1143
is om met het rijwiel bereden te worden, wipt hij op zijn voer
tuig en is in een oogweuk uit het gezicht verdwenen. Dit moet
ook werkelijk de eisch zijn voor een goed wielrijder. Is hij daarin
geoefend, dan kan hij in tijd van oorlog ontzettend veel presteeren.
Als ordonnans is hij dan in bijna alle terreinen te verkiezen
boven een cavalerist. In de eerste plaats omdat hij het veel
langer volhoudt dan een paard. Daar waar het terrein moeilijk
is, moge een ruiter zich gemakkelijker voortbewegen, men vergete
echter niet, dat een ruiter zich in dat geval evenmin snel voort
beweegt. Wat hij dan al moge winnen op den wielrijder gaat
verloren, zoodra deze weer een voetpad bereikt, zijn wiel bestijgt
en zich weer met de grootste snelheid voortbeweegt. Het groote
voordeel is verder, dat een wielrijder met zijn rijwiel heel wat
goedkooper is dan een ruiter met zijn paard. En wat dit laatste
voordeel in deze benarde finantieele tijden zeggen wil, behoeft
niet nader te worden omschreven.
Hiermede eindig ik deze korte beschrijving van een oefening
in den ordonnansendienst op rijwielen. Ik meen, dat het zijn
nut heeft dat deze oefening in wijderen kring wordt bekend ge
maakt, opdat ieder officier wete, wat hij kan eischen van een
militaire wielrijder, die hem als berichtrijder wordt toegevoegd.
Naschrift.
Toen dit stuk reeds gereed was, kwam de afdeeling wielrijders
van een meerdaagsche oefening in de omstreken van Tjimahi
terug. Op den terugweg was op den 2en October 1.1. een oe
fening gelast in den relaisdienst langs de wegen
Tjimahi Poerwakarta Weltevreden (164,5 K.M.)
en Tjimahi Tjiandjoer Soekaboemi Tjibadak Bui
tenzorg Weltevreden (194,5 K.M.)
Langs den eersten weg was de afstand tusschen de posten
onderling 17 paal. Langs den laatsten bedroeg die 11 paal.
Het bericht over Poerwakarta bereikte Weltevreden in 7 uur
27 min.dat over Buitenzorg in 11 uur. Twee ordonnansen,
die over het Krawangsche den tocht uit Tjimahi naar Weltevre
den rechtstreek ondernamen, kwamen in uitstekende conditie
in 10 uur 54 min. te Weltevreden aan.
Dl. II. 1905. 78