655
eischte lust en opgewektheid bestonden toen niet; wilde men
geen nuttelooze uitgaven doen, dan moest het voornemen tot
de oprichting van gymnastiekzalen dus gepaard gaan met het
streven ze zooveel mogelijk op te wekken.
Zeker zou men hierin geslaagd zijn en met niet meer uitgaven
dan thans besteed voor de vele gymnastiekzalen, als begonnen
was die animo op te wekken in de kleine garnizoenen. Hier is
de dienst over het algemeen minder zwaar en is meer tijd en
gelegenheid voor gymnastisch onderwijs beschikbaar. Bovendien
bieden de kleine garnizoenen weinig verstrooiing. Zoo'n gym
nastiekzaal, hoe bescheiden ook van afmetingen, zou daar een
welkome ontspanning bieden en als vanzelf een middelpunt
van gezelligheid worden. Veel eigen oefening prikkelt tot naijver
en inspanning, waardoor weer het gewone onderwijs met meer
lust en aandacht zal gevolgd worden, zoodat ten slotte de lust
voor gymnastiek in den man als het ware wordt ingeweven.
Komt hij dan in een grooter garnizoen met meer afleiding,
dan is de kans groot dat die lust ook verder zal blijven
voortbestaan.
In beginsel had men er daarom van moeten uitgaan alle garni
zoenen een gymnastiekzaal te geven, elk naar verhouding van
zijne sterkte.
In een klein garnizoen zou bv. die zaal hebben kunnen bestaan
uit een verlenging van 4 a 5 M. van de overal steeds aanwezige
vrouwenloodsen en waarin slechts enkele werktuigen, bv. rekstok
en ringen. Vanzelf waren daar wel geleidelijk bijgekomen een
evenwichtsboom, schuine ladder enz., in een woord werktuigen,
waarvan de aanschaffingskosten al bijzonder gering zijn. Voor
dat alles zou er in het zaaltje voldoende ruimte zijn, natuurlijk
onder de voorwaarde, dat niet alle werktuigen te gelijk gebruikt
worden.
Een zaal volgens het bestaande model zou dan alleen noodig
zijn gebleken voor garnizoenen ter sterkte van minstens 1 ba
taljon, maar nu met heel wat meer werktuigen er in, waarvoor,
zooals wij zullen zien, meer dan voldoende ruimte is.
Tusschen deze beide uiterste gevallen had de middenweg-
kunnen gevolgd worden, d.w.z. de oprichting zoo noodig van
kleine gymnastiekzalen met een beperkt aantal werktuigen;