VOOR DE PRACTIJK.
Het poetszakje.
Hog vele malen hoort men tegenwoordig op het compagniesrapport
Kapitein, deze 2 fuseliers hebben bij de oefening hun schroevedraaier
verloren." En dan zoo dikwijls het ondoordachte antwoord „Op schuld
ontvangen; een vergoedingsrapport opmaken." Is dit billijk? Als regel
niet, want de bewaring, van wat tot de vuurwapenen behoort, in het poets
zakje, laat alles te wenschen over.
Afgezien nog van de fout, dat het huisje voor den schroevedraaier te
breed en daarom dus te wijd is (wat vroeger niet het geval was), is de
sluiting van dit zakje door middel van sluitriem en knop gebrekkig. Elk
infanterist toch weet (en dit reeds van den tijd, toen men nog de pa-
troonzak bij het Beaumontgeweer had) hoe dikwijls men als gevolg van
deze sluitingswijze munitie verloor en dat men deze wijze van sluiten
slechts behield, om verzekerd te zijn daardoor ook vlug over de munitie
te kunnen beschikken. Is dus de sluitriem met knop voor de munitietas-
schen om deze laatste reden nog to verdedigen, voor het poetszakje kan
men dit niet. Spoed is bij het openen hiervan nooit geboden, zoodat het
dus noodzakelijk is de sluiting beter te verzekeren en daarvoor bv. te
kiezen de gewone sluiting middels gesp met doorn.
Het zoekraken van schroevedraaiers, pompkoorden, grendelsleutels enz.
is als regel dus een gevolg van de gebreken van het poetszakje en voor-
loopig zal dan ook bovenbedoeld antwoord van den compagniescomman
dant, moeten luiden „Een proces-verbaal opmaken."
En zoo zijn er vele voorwerpen en regelingen, de draagbare wapenen
betreffende, welke verbetering behoeven, hetzij omdat de ondervinding
bij het gebruik dit uitgewezen heeft, hetzij ter wille van de zuinig
heid. Dit is zeker, dat in de meeste aangelegenheden, de infanterie be
treffende, de meeningen der infanteristen niet uiteenloopen.
En toch geen verandering in den toestand! Komt dit misschien, om
dat de inspectie en de opleiding van hen, die geroepen zijn te zorgen voor
het onderhoud, niet in handen van infanterieofficieren berusten Want
vooral de infanterie, bij wie de goede vervulling van haar oorlogstaak
voor zulk een groot deel afhangt van eene practisch goede bewapening
en die het allergrootste deel der draagbare wapenen in gebruik krijgt,