41 KORTE INHOUD. Iets over de transportmiddelen in den oorlog, uitgezonderd de spoor wegen. Zooals de titel aangeeft. Veranderingen die wenschelijk zijn in de artikelen: 2, 96 en 107 der Militiewet van 1901, en de voor- en nadeelen, daardoor te verkrijgen. Uiteenzetting hoe op de beste wijze kan voldaan worden aan de taak, omschreven in het eerste artikel van den „Grondslag opleiding Infanterie", omschrijving der behoefte die bestaat aan een reglement, dat geheel met het oude regime breekt. Oorzaken waaraan de verwijdering tusschen leger en volk toe te schrijven zijn o.a. de opleiding, die geen rekening houdt met het ei genaardig naturel van ons volk, terwijl bij officieren en kader totaal gemis aan opvoedkunde heerscht. Als middelen tot verbetering worden aangegeven, meer zedelijke verzorging van de jeugd en opvoedkunde als leervak op de militaire inrichtingen van onderwijs. Bij de discussie worden deze meeningen heftig bestreden. De wet van 1902 stelt den minister van koloniën in de eerste en de gouverneurs der koloniën in de tweede plaats verantwoordelijk voor de verdediging der koloniën, terwijl de minister van marine verant woordelijk is voor de steunpunten ten behoeve van de vloot, waardoor versnippering van krachten ontstaat, ten nadeele van het gezamen lijke doel. Beschrijving van den toestand waarin de verdediging der verschillende koloniën thans verkeert en de daarvoor beschikbare troepen. Bespreking van een geschrift over de noodzakelijkheid, dat elk rijk zich in vredestijd tot den oorlog moet voorbereiden, voorts over den poli- tieken toestand in Europa, vooral op het Balkan-schiereiland, waardoor Oostenrijk licht in een oorlog verwikkeld kan worden, en over de mo gelijkheid om het oorlogsbudget van Oostenrijk op te voeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 595