J 53 KORTE INHOUD. Vervolg en slot (zie Lit. Overz. 1905II). Bestrijding van het denkbeeld, dat veld-en vestingoorlog geen karak teristiek verschil meer opleveren in de moderne oorlogen, als ook, dat het verdedigen van een vesting slechts ten doel zou hebben, het vast houden van een gedeelte van 's vijands macht, terwijl het bezit van de vesting nevenzaak zoude zijnPort Arthur levert daartoe de bewijzen. Opstel, behandelende achtereenvolgens le De strategische beteeke- nis van Port Arthur voor beide oorlogvoerende partijen. 2e Beschrijving van de oorlogshaven. 3e De versterkingen zoowel aan zee-als aan landzijde. 4e De belegering. 5e Gevolgtrekkingen. 6e Tabellarisch I overzicht van de strijdmachten der beide partijen ter zee in Oost-Azie en te land op het schiereiland Kwantun. Beschouwingen over de onvoldoende bevestiging van Port Athur, zoowel wat de inrichting der versterkingen betreft, als de afstanden waarop de beschermende torten van de kern gelegen zijn. Onvol doende voorbereidingen voor de gevechten in het voorterrein getroffen. Wat noodig geacht wordt om Port Athur voor de toekomst voldoende verdedigbaar te maken. Eenige opmerkingen naar aanleiding van de artikelen: „Nochmals Port Arthur" in No. 30—1905 van Hüther en „Ueber Folgerungen aus dem Kampf urn Port Arthur" in No. 40—1905, door von Caemerer. Het denkbeeld, vrij algemeen geloofd, dat de strijd van nabij in den vestingoorlog tot de uitzonderingen zou gaan behooren, weersproken door het beleg van Port Arthur: deze vesting, niet in alle opzichten te ver gelijken bij eene volgens Europeesche denkbeelden verdedigde en aan gevallen versterking; conclusie dat de strijd van nabij en vooral de mijnoorlog van belang blijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 607