65 KORTE INHOUD. Betoog over de wenschelijkheid om de leiding bij de kustverdediging van Engeland in één hand te houden. Bewering dat de verdediging te water zoodanig is, dat een inval in Engeland tot de onmogelijkhe den behoort, doch indien dit mocht gebeuren, dan zou samenwerking tusschen zee- en landmacht gering zijn. Beschouwingen over de daling van het prestige van de Russische Marine door de nederlaag in Oost-Azië zelfs indien het oostzee-eskader succes mocht hebben, want dan komt het er toch niet zonder veel kleerscheuren af, ook wat personoel betreft, zoodat het overblijfsel van de Russische vloot niet veel te beduiden zal hebben. Rusland kan zich wel nieuwe schepen doch geen geoefend personeel verschaffen. Dus zal in elk geval de Russische Marine in de eerste jaren minder waardig zijn. Het bestellen van een onderzeesche torpedoboot door het Nederland- sche Gouvernement, de proef waaraan deze moet voldoen; de stand van zaken in andere landende waarde die aan onderzeesche torpe dobooten op het oogenblik te hechten valt. Beschouwing over het feit, dat het Nederlandsche volk, hierin ge steund en voorgelicht door de pers, weinig beseft, dat in de marine het behoud van onze koloniën ligt, en dat dus de vloot zoo krachtig mogelijk moet zijn. Het algemeen verspreid denkbeeld, dat wij toch niets kunnen doen, wordt gelogenstraft door de gebeurtenissen in Oost- Azië, het is meer de kwestie van kwaliteit dan van kwantiteit bij de vloot. Aangeven van de wjjze waarop men aan geld kan komen voor dit doel, nl. door eene leening en eene weerbelasting. Dit wordt door de redactie bestreden. Betoog over de noodzakelijkheid van de opheffing van het Dep. v. Marine in Nederlandsch-Indië, waartegen echter steeds bezwaren zijn geopperd, meestal echter door bureaumannen. Om die opheffing te rechtvaardigen, wordt de geschiedenis van de wording van dat depar tement en de daaruit te trekken conclusie meegedeeld. Voorbeelden om aan te toonen de waarde van eene goede samen werking van land- en zeemacht, vooral voor Engeland, waarbij het embarkeeren en debarkeeren hoofdzaak is, (ontleend aan de geschiedenis van af 1851 tot op heden). Lessen daaruit te putten. Oefeningssystoem voor land- en zeemacht en voorstel tot wijziging. 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 619