3 VRAAG 5 (1 uur). Geef iu het kort aan de denkbeelden van liet infanterie-regle- ment omtrent nachtgevechten, met vermelding in hoeverre ge het, op grond van de in de laatste oorlogen opgedane ervaring, hiermede eens zijt. Mondeling. VRAAG 1. Oefening op de kaart (verbeterde krijgsspelkaart No. 1.) De bevolking van het district Drangdan is sinds kort in op stand gekomende hoofden van verzet en de weerbare mannen hebben zich in het kampong-complex Plered verzameld, dat versterkt is geworden; de opstandelingen beschikken over 500 geweren. Een troepenmacht sterk: 1 bat. inf., 1 pel. cav. en 1 sectie bergart. met opdracht den opstand te dempen en de hoofden van verzet onschadelijk te maken, komt in den namiddag van den Juli in de verlaten kampong Tjilawi Z. aan, met 4 d. vivres bij zich. Eene verkenning door inf. brengt aan het licht, dat de O. en N. randen van Bab. goedang, de O. randen van Plered en de kampongs Tjidadapan (N. en Z.) benevens de heuvel 200 M. ten N. N. W. van Tjidadapan N. versterkt zijn; de cav. kan bij Gandaria niet doorkomen; de bruggen over de Tjidadapan zijn niet afgebroken. De vijand vuurde hevig, doch gedroeg zich zuiver verdedigend. Van een aanval op dienzelfden dag zag de cdt. af, dien uit stellende tot den volgenden morgen. Gevraagd a. Welke maatregelen neemt de cdt. voor den nacht? b. Op welke wijze zal de aanval den volgenden dag geschieden? VRAAG 2. Welke algemeene regelen stelt het infanterie-reglement om trent het gebruik der verschillende vormen, zoowel op het ge- vechtsveld als onder toevalsvuur, en wat is hieraan naar uwe meening toe te voegen?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 629