669 als zij oordeelkundig en geleidelijk door andere oefeningen zijn voorbereid. Aan den rekstok zijn bv. de oefeningen voor het leeren optrekken nu juist niet de meest geschikte. Stel dat de man zich niet kan optrekken (de armen buigen en strekken) volgens de oefeningen 1 en 2 op blz. 26, wat dan? Hier had bv. moeten zijn aangegeven, dat de oefeningen sub 1 en 2 moeten begonnen worden in den ondergreep, dan zijn zij het gemakke lijkst; iets moeilijker worden zij in den dubbelgreep en het moei lijkst in den bovengreep. In deze volgorde zal iedereen de oefeningen in korten tijd onberispelijk leeren uitvoeren. Een goed onderwijzer zou zulk een aanwijzing niet noodig hebben, de theorie heeft hem geleerd waarom de laatste beweging het moeilijkst, de eerste het ge makkelijkst is. Ook de oefeningen in den gebogen hang zijn niet doelmatig. Stel dat de man de oefening ad 2 op blz. 31 niet kan uitvoeren, wat dan? Men moet hem dan daarvoor voorbereiden, waarvoor uitstekende oefeningen bestaan, die echter niet in het Voorschrift zijn opgenomen. Ook op bijzonder voorname zaken wordt niet of op onvoldoende wijze den nadruk gelegd. Zoo bv. moeten bij den rekstok in den zijdelingschen stand de handen op schouder breedte van elkaar, verwijderd zijnbij de ringen is hieromtrent niets bepaald. In beide gevallen had gerust met cursieve letters kunnen zijn voorgeschreven: „op minstens schouclerbreedtezooveel mogelijk op meer clan schouderbreedteNu niet speciaal de aandacht daarop is gevestigd, worden over het algemeen en daartoe is ieder zoo licht geneigd de handen zelden op maximum schouderbreedte, veel meer op geringeren afstand geplaatst, waardoor het nut van de meeste oefeningen verloren gaat. Is hun doel voornamelijk de borst te verruimen, hetgeen door grooten afstand der handen zeer bevorderd wordt, bij te geringen afstand der handen wordt de borst vernauwd. Aangaande het wijzen op gebreken meen ik met het bovem Staande te kunnen volstaan; er zijn er echter nog zeer vele. Bij wijziging van het bestaande Voorschrift zou ik als leidraad aanbevelen de voor het Nederlandsche leger nieuwvoorgestelde Handleiding, die geheel gegrond is op eene zeer rijke en deug-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 67