671 het beoogde doel bereikt worden. Gymnastiek en schermen worden als „dienst" beoefend. Voor die wedstrijden behoeft nu niemand zich" bijzondere moeite of inspanning te geven; de prijzen zijn beschikbaar gesteld en worden in elk geval uitgereikt. Het kan dan ook best voorkomen en dit is inderdaad herhaalde malen het geval geweest dat de verrichtingen van prijswinners van zoo gering gehalte waren, dat zij daarvoor eigenlijk geen piijs verdienden. Yeel beter ware het geweest om aan die wedstrijden een pro gramma te verbinden, waaraan voldaan moet worden om naar de prijzen te kunnen mededingen en het programma zoodanig in te richten, dat alleen zij die met vrucht het onderwijs gevolgd hebben aan die wedstrijden zouden kunnen deelnemen. Verder zag ik die wedstrijden meermalen houden op gewone uren van onderwijs, zonder eenige feestelijkheid, waardoor hun doel geheel verloren gaat en zij meer als „gewone dienst wor den beschouwd. Veel draagt hiertoe bij het feit, dat aan die wed strijden alleen de manschappen deelnemen, die niet door dienst bv. wacht enz. daarin verhinderd zijn. Op welke wijze in een voldoend aantal geschikte leideis en instructeurs te voorzien heb ik reeds aangegeven. Ik wil hieraan nog slechts toevoegen, dat de Normaal Schietschool vooi het ge bruik dat daarvan gemaakt wordt ten behoeve van het N. I. leger schietcursussen en gymnastiek- en schermcursussen een jaarlijksche bijdrage van Koloniën krijgt. Van die bijdrage mag, naar verhouding van het aantal deelnemers, ongeveer het 2/5 gedeelte op rekening van laatstgenoemde cursussen komen. Dit gevoegd bij de toelage aan de deelnemers-verlofgangers vormt een bedrag dat dus jaarlijks in Nederland wordt uitgegeven tot verbetering van het onderwijs in het Indische legei. Die uitgave zou te billijken zijn als daardoor dat onderwijs ook werkelijk gebaat wordt. Dit is echter niet het gevalonder de omstandighe den waaronder het gymnastiek- en schermonderwijs daar verkeert kunnen die detacheeringen niet aan hun doel beantwoorden, de resultaten van af 1895 toonen dit maar al te duidelijk aan, als gevolg hiervan is die jaarlijksche uitgave nu niet bepaald eene nuttige te noemen. Ik heb met voordacht hier geen cijfers willen noemen, omdat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 69