689
woning te Tempé een steenen huisje met pannen bedekking-
heeft, dat tot bergplaats voor munitie en wapens dient, vindt
men in Wadjo geen bepaalde bergplaatsen voor oorlogsbehoeften.
De wapens bevinden zich bij de verschillende aanvoerders of
zijn in handen van den gebruiker. De voetknechten, zoo ook
hunne aanvoerders, hebben dezelfde uitmonstering als bij ons-
leger, terwijl de zg. lijfwacht van den Aroe Matowa als hoofd
deksel een hoog opstaande roode muts draagt.
Het aantal geweerdragenden in Wadjo wordt geschat:
.Van den Aroe Matowa op1000
Van den Aroe Betting op500
Van Kanrang Talotanrang op500
Van Kanrang Toewa300
Van Patta Pilaé500
Van Patta Patolaé300
Van Patta Tjakoridié op1000
Van de andere groeten, prinsen en Aroe's te zamen 1000
Te zamen 5100.
De troepen worden niet bezoldigd en moeten in hun eigen
onderhoud voorzien, alleen kleeding en wapenrusting worden
hun verstrekt. Zij bestaan voor het grootste gedeelte uit sla
ven en pandelingen, die op bepaalde tijden moeten opkomen om
in den wapenhandel onderricht te worden. In tijd van oorlog-
is ieder Wadjorees verplicht onder de wapens te komen, op straffe
van verbeurdverklaring van al zijne bezittingen. De wijzs
van oorlogvoeren der Wadjoreezen komt overeen met die der
Bonieren.
De versterking van Tossora, in 1740 door den admiraal Smout
aangevallen, bestaat nog, doch wordt blijkbaar niet meer onder
houden. De aldaar aanwezige 14 ijzeren kanonnen verkeeren
in onbruikbaren staat.
Korte geschiedenis.
Bij het sluiten van het Bongaaisch contract van 18 November
1667 stond Wadjo onder den invloed der Makassaren. De Wa
djoreezen die zich echter vijandig bleven gedragen werden door
Aroe Palakka, die in 1672 vorst van Boni zou worden, in on
derwerping gebracht, en ten gevolge daarvan werd den 23en De-