691
1880 bezocht weer voor het eerst sedert den moord op von
Bosse een ambtenaar Wadjo.
Den 8en November 1888 werd met Wadjo een contract ge
sloten, ten gevolge waarvan dat landschap tot de bondgenoot
schappelijke landen gerekend moet worden. In December 1900
werd de tegenwoordige Aroe Matowa door den Resident ter be
schikking namens de Regeering te Tempé geïnstalleerd.
In 1899 ontstond tusschen Boni en Wadjo een gespannen ver
houding als gevolg van het brutaal optreden van Aroe Peneki
(een der zes voornaamste vorsten van Wadjo, zwager van de
vrouwelijke Datoe van Lamoeroe). Reeds in het kort geschied
kundig overzicht van Boni vermeldden wij, dat de vorst van
dit rijk zijn zoon, den Poenggawa, met eene strijdmacht naar
Wadjo zond om Aroe Peneki te beoorlogen en dat ten slotte
de strijd eindigde met een volkomen nederlaag van laatstge
noemde bij Seengkang. In het Wadjosche stelde men Aroe
Peneki in het ongelijk en werd hij niet gesteund. Wel ontving,
hij daarentegen steun van eenige prinsen uit het door zijne
zuster geregeerd rijkje Soppeng.
Ondanks het geschil met Aroe Peneki was de verhouding van
den Aroe Matowa van Wadjo met den vorst van Boni zeer
goed, vooral sedert eerstgenoemde den titel kreeg van „Djen-
deralla Boni" (opperbevelhebber van Boni). Deze benoeming
moet beschouwd worden als een goed geslaagde politieke zet
van La Pawawooi. Later is ook de zoon van den Aroe Matowa,
Kraëng Tinggimaé, door den vorst van Boni tot Djenderalla
.Malolo (tweede bevelhebber) benoemd. Kraëng Tinggimaé is thans
troonopvolger van Sidenreng en een zwager van den bestuur
der van Gowa.
La Djalanté, een zoon van den vroegeren Aroe Matowa van
Wadjo, bood den 2en Maart 1904 het Gouvernement zijn hulp
tegen Boni aan, indien het tot een oorlog met dit rijk mocht
komen. Deze prins beschikt over 300 geweren, doch is bij vor
sten en grooten van zijn land om zijne eigendunkelijke hande
lingen niet bemind.
Den I9en Januari van hetzelfde jaar had Aroe Peneki reeds-
hetzelfde gedaan, terwijl ook Aroe Betting, de voornaamste der
zes hoofdvorsten van Wadjo, zijn hulp aanbood.