GROOT ATJEII VAX 21 APRIL TOT 28 JUNI 1896.
Vervolg van blz. 1105 jaargang 1905.
24 Mei. 4 u. 30' v.m. deed de colonnecommandant v/d. Berg-
colonne het korps marechaussee wekken, aan elk man een halve
veldflesch drinkwater en een beschuit verstrekken en droeg hij
den commandant van dat korps op, zoo spoedig mogelijk den
Zuidelijken top, vanwaar daags te voren zoo veel vuur ontvangen
was, met 8 brigades te bezetten.
In het valleitje aan de Z. O. zijde van den Tjot Tjako afdalend,
werden daar, behalve een put met bruikbaar water, tal van hut
jes, een paar lijken van neergeschoten Atjehers en vele runde
ren ontdekt.
Van de aanwezigheid der put werd den colonnecommandant
bericht gezonden en vervolgens den bergtop beklommen, gele
gen ten N. van het zadel met den alleenstaanden boom.
Een in dat zadel gelegen versterking werd bezet.
De ingenomen positie lag recht ten O. van het Zuidelijk deel
van Lam-Oekoe en veroorloofde een ruimen blik te werpen in de
vallei. De marechaussee's konden dan ook het later in den mor
gen gehouden gevecht voor zoover het de Atjehers betrof
uitstekend volgen.
De commandant van dat korps beschreef zijn waarnemingen
als volgt.
„Alle kampongs schenen verlaten, doch naarmate de troepen
„in den noordingang der vallei vorderden, zagen zij tal van ben-
„den op de heuvels ten Z.W. van Lam-Oekoe, in de versterking
„ten N. van Beradin en op de heuvels B. Seboen en Lam Poelau
„te voorschijn komen. Troepen Atjehers trokken onophoudelijk
„langs den voet van het W. gebergte heen en weer met gewon-
„den en geweren.
„Zij verdwenen meestal in de heuvels ten Westen van Beradin.
„Aanvankelijk bleven de op die heuvels geposteerde benden wer-
DI. I, 1906. 7