93 vuur den vijand geleidelijk uit bijna alle kampopgs en verster kingen, die zij 's nachts weer bezet hadden, verdreven. In drom men van 40 a 50 man zag men ze vluchten. Op elk maar eenigszins trefbaar doel werd het vuur geopend. De le compagnie nam o.m. eene dwars over den grooten weg gelegen stelling Lam-Bitang en Lam Pasei waar. Hals over kop moest de vijand daar de wijk nemen. Aldus werd voor de andere troepen de weg gebaand. Zonder versterkingen in de vlakte behoeven te nemen, konden zij voortrukken, alleen moesten zij daarbij rekening houden met het vuur uit 's vijands loopgraven op de W. heuvels die buiten het bereik der geweren van de Bergcolonne lagen. De sectie artillerie beschoot achtereenvol gens: het huis van T. Oemar, de benting Pantjoeran en de heu veltoppen W. van Lam-Oedjoeng. Later op den dag, toen de cavalerie bij Lam Pisang door eenige daar achtergebleven schut ters werd beschoten, brachten een paar salvo's uit de repeteer geweren dat vuur spoedig tot zwijgen. Soms werden vizieren van 1800, 2000 en 2100 M. gebezigd. Toen eene vijandelijke bende nog eenmaal beproefde om van Bt. Seboen over den weg noordwaarts te gaan, dreven de repe- teerkarabijnen der marechaussee hen weldra terug. Zorgde de commandant der Bergcolonne dat alle troepen voor het aanbreken van den dag hunne stellingen hadden ingenomen, in de vlakte was men met de voorbereidende werkzaamheden minder voortvarend geweest. Behalve de troepen, die in het terrein waren achtergebleven, zouden dezen dag nog aan de ex cursie deelnemen: Het 5e Bat. 3 compagnieën onder den luitenant-kolonel C. J. Laceulle, sterk 12 officieren en 364 minderen. 3 compagnieën van het 14e Bataljon onder Majoor van der Noordaa, aan wien de kapitein van den G-eneralen Staf H. C. Kronouer was toegevoegd en waarvan de sterkte 11 officieren en 324 minderen bedroeg. De compagnieën, die in Lam-Isi hadden overnacht, zouden bij deze colonne worden aangetrokken, alsook 2 pelotons cava lerie, commandant ritmeester Jhr. L. D. C. de Lannoij, sterk 3 officieren en 64 ruiters.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 105