94 2 sectiën bergartillerie respectievelijk onder den le luitenant G. H. Vrijdag, sterk 1 officier, 33 minderen, 3 rijpaarden en 14 trek- en draagdieren en den le luitenant P. van der Waarden, sterk: 1 officier en 33 minderen, 4 rijpaarden en 14 trek- en draagdieren De sectie Vrijdag had boven de gewone munitieuitrusting van 48 Gr., 48 G. E. T. en 8 E. nog 24 Gr., 24 G. E. T. en 8 E. in reserve te Lamdjamoe. Ten slotte 1 detachement genie troepen, commandant kapitein W. A. J. F. Zelle, met 43 min deren, ambulance en trein. Het doel was eenvoudig het voortzetten van de operatiën van den vorigen dag. Uit de ingekomen berichten was gebleken, dat de vijand den 23en op het zien van de colonne van Heutsz zijne stellingen in de. vallei verlaten had, waarschijnlijk omdat hij vreesde, dat deze colonne naar de vlakte zou doorrukken en hem dan van zijnen terugtochtsweg naar Lepong zou afsnij den en hij tevens tusschen twee vuren zou komen. Toen hij. later bemerkte, dat die colonne in het gebergte bleef, en de troepen in de vlakte niet vooruitkwamen, was hij, zooals we reeds zagen, het vuur van het gebergte zooveel mogelijk ver mijdend, in die posities teruggekeerd. In hoofdzaak werden de voor het vuur van den Tjot Tjako- onbereikbare stellingen in of bij het Glé-Raja gebergte bezet. Het plan van den bevelhebber was nu om met het 5e Batal jon en ééne sectie artillerie den weg Lamdjamoe-Eroeng-Raba Zuidwaarts op te rukkken, teneinde T. Oemars verblijf in Lam Pisang en als het kon de stelling van B. Seboen te vermeesteren, om dan den volgenden dag zoonoodig verder in de richting Eroeng- Raba voort te rukken. Eene 2e colonne, 5 compagnieën en 1 sectie art. onder Majoor van der Noordaa, zou Lam-Roekam en de noordwaarts gelegen kampongs bezetten, teneinde te voorkomen, dat uit het N. W. oprukkende vijandelijke benden de communicatie met Lamdjamoe kon verbreken of de tegen Lam-Pisang ageerende colonne in den rug vallen. De bevelhebber achtte het niet noodig ook nog eene colonne over, of N. van den Glé-Raya te zenden, eensdeels om de beschikbare troepen niet meer dan noodig te versnippe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 106