103
de le brug, met het front naar het Westen en van de dekking
bevonden zich 2 sectieën Zuid- en Noordwaarts van de volgenden
brug aan de Oostzijde van den weg, terwijl den beide andere
sectieën de ambulance, tandoes enz. eene geschikte plaats had
den bij de le brug.
Daar het terrein te veel bezwaren opleverde, de artillerie zeer
vermoeid was en Lampoih-Eumpei toch reeds verlaten bleek,
had kapitein Weustmann gemeend van de opdracht, om naar die
kampong te gaan, te moeten afwijken en liever te voldoen aan
het verzoek van de artillerie van de colonne Laceulle, om de
sectie Vrijdag in bovenomschreven positie te vervangen, opdat
deze door zou kunnen rukken naar Lam-Pisang.
De compagnie Collot d'Escury, die te 12 u. 10' n.m. te Pa
sar Oleh-Gli kwam, kreeg opdracht naar Lam-Belang terug te
gaan, om behulpzaam te zijn bij het opruimen der versterking,
terwijl die van den luit. Hahman de compagnieën Bruinis en
Labotz moest opsporen om met de eerste Z. waarts naar den
W. rand van Gemi-Roi te mareheeren en dezen te bezetten,
terwijl de compagnie Labotz op Passer Oleh-Gli moest terug gaan.
Inmiddels waren te 12 1/i u. n.m. de 3 compagnieën van
het 6e Bat. en eene compagnie van het 7e te Lam-Pisang aan
gekomen en was ook Bineh-Kroeng op last van den bevel
hebber bezet.
Het vijandelijk vuur uit de heuvels hield nagenoeg geheel op
en Oemar's lieden verplaatsten zich naar Boekit Seboen.
Met het oog op de vermoeidheid van den troep en de bezwa
ren aan de verpleging verbonden, werd omstreeks 2 uur door
den Bevelhebber besloten het er voor dien dag bij te laten.
De compagnie Collot d'Escury bezette te 1 u. 30' n.m. de
kampong Rimah-Zuid. Een half uur later verscheen de compagnie
Labotz op Passer Oleh-Gli, terwijl kwart na twee ook de West
rand van Gemi-Rol door de beide andere compagnieën bezet was.
Om 3 u. 10' n.m. kregen allen last op Oleh-Gli terug te
trekken, daar betrokken de compagnieën Hahman en Bruinis
met eene sectie artillerie het bivak, ééne ambulance der colonne
werd in Lam-Pisang achtergelaten en met de overige troepen
zijner colonne keerde de majoor van der Noordaa naar Lam-
djamoe terug.