113 luitenant Lamster was het eerst binnen de versterking. Ook hier wachtten de Atjehers onze soldaten echter niet af, maar ver dwenen tijdig in het bedekte terrein. In een oogenblik had kapitein Janssen de orde in zijne com pagnie hersteld en opende hij zooals we reeds zagen van uit zijne domineerende stelling het vuur op Lam-Poelau met het bekende gevolg. 1 u. 45' v.m. was alzoo de geheele stelling Daman-Lam-Tjroeng Lam-Poelau door den vijand ontruimd. Zoodra de bevelhebber hiervan bericht kreeg, deed hij de cava lerie weer vooruitgaan en gaf terzelfder tijd-12 u. 's middags aan den commandant van het 12e Bataljon last met l1^ com pagnie van zijn eigen korps, eene compagnie van het 5e en eene compagnie van het 14e Bataljon, die allen in Lam-Pisang, dus bij de hand waren, naar Beradin op te rukken en ook de compagnie die Lam-Oekoe bezette tot zich te trekken. De cavalerie meldde te 121/4 u. n.m., dat de bruggen ten Z. van Lam-Poelau intact waren en dat de vijand in grooten getale vluchtte in de richting van Lampoeh-Oe, en vijf minuten later, dat kampong Tandjong verlaten was, doch uit O.-richting enkele schoten vielen. Eene sectie artillerie was te 12 u. 5'n.m. van Lam-Pisang af gemarcheerd met bestemming Lam-Poelau, waar zij 12u. 40' n.m. in stelling kwam. De cavalerie, die nog had doen weten, dat ook de kampongs Lam-Tjoe, Tjili en Koes verlaten waren, kreeg te half één bevel hare verkenning naar Lam-Paja, Lam-Gaboes en Awah-Paja voort te zetten en, zoo die kampongs niet bezet werden bevon den, er den brand in te steken. Kolonel Stemfoort deed ook Bt. Seboen door een peloton van het 12de Bataljon bezetten en gaf overigens den commandant van het 12de last de onder hem gestelde compagnie van het 5de en van het 14de bataljon te Lam Poelau achter te laten en met de overige troepen van zijn korpsook de oorspronkelijke bezetting van Beradindus 41/2 compagnie, naar Djirat (1) op te rukken en op den terugmarsch alle kampongs te verbranden. (1) Deze kampong komt op de nieuwe kaarten van Atjeh niet voor. Op die van 1:50,000 (uitgave Juli 1883) is zij Z. "W. van Lam-Paja geteekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 125