119
terievuur. De bivakcommandant in Lam-Pasei moest op zijn
beurt in stelling blijven tot de troepen van den Tjot-Tjako geheel
gepasseerd waren.
De cavalerie vond de kampongs Kenoi, Lam-Oehoe en Beradin
onbezet en bereikte te half negen Lam-Poelau.
Van een vijand werd in den geheelen omtrek niets ontwaard.
Eerst te 9 u. 18' hoorde men aan 's vijands zijde signalen
op een buffelhoorn en vielen er een drietal schoten.
Nu kwamen er langzamerhand meerdere lieden opzetten. Zij
bleven echter steeds op eenen eerbiedigen afstand en gaven wat
onschadelijk vuur af.
De bevelhebber, die zich te Lam-Pisang bevond, gaf daar in
middels de noodige bevelen voor den terugmarsch.
Deze zou geschieden onder de bevelen van den commandant
van het 9e Bataljon, die tot dekking er van kon beschikken over de
beide compagnieën van zijn eigen korps, de 21/2 compagnie van het
7e Bataljon en twee van de sectiën berga.rtillerie die in Lam-
Pisang gebivakkeerd hadden, alsmede over de reeds vermelde
compagnie repeteergeweren.
Te beginnen met het 6e Bataljon marcheerden om 10 u. v.m.
de overige troepen achereenvolgens naar Lam-Djamoe af om ver
volgens per extratrein of te voet Koeta-Radja te bereiken.
Ook alle nog aanwezige goederen, munitie enz. werden terug
gezonden.
De commandant der achterhoede liet de cavalerie voorloopig
in het voorterrein, teneinde den vijand het denkbeeld van een
teruggaan te ontnemen.
Hij wees verder de volgende opnamestellingen aan.
Eene sectie artillerie, gedekt door eene sectie infanterie, aan
de Zuidpoort van Lam-Pisang-West tot opneming van de cava
lerie, indien deze uit het gebergte beschoten mocht worden;
één peloton repeteergeweren in den Zuidrand van Bineh-Kroeng
en Lam-Pisang-West, dat 3 minuten na een afgesproken signaal
tot branden moest teruggaan, het andere peloton repeteergewe
ren ten N. W. van Lam-Pisang.
Zoodra de geheele compagnie repeteergeweren vereenigd was,
moest zij met de genietroepen op Pakan-Badak terugtrekken.