193 - bruikbaarheid van een bepaald type van voertuig voor dat onder deel afdoende was gebleken, dan wel nadat buiten het leger in Indië in dat opzicht voldoende ervaringen waren opgedaan. Deze met het oog op onze flnancieele draagkracht o. i. onaf wijsbare eisch sluit voorloopig het gebruik van automobielen tot vervoer van vrachten voor ons leger uit, want niet alleen dat zooals we zagen dit vraagstuk in Europa nog niet bevredi gend is opgelost, maar over ervaringen met deze voertuigen in on ze koloniën wordt voor zoover ons bekend nog niet beschikt. Iets anders is het echter met den personenautomobiel. De ei- schen toch, waaraan zoo'n voertuig voor legergebruik moet vol doen, staan thans vrij wel vast en het is alleen in uiterlijken vorm en capaciteit van den motor dat de in de legers gebruikte wa gens uiteenloopen. Bovendien zijn op Java reeds een aantal dezer voertuigen bij particulieren in gebruik en de ondervinding daarmee opgedaan zou het legerbestuur bij eventueele aanschaf fing van motorwagens ten goede kunnen komen. Doch ook in dit opzicht dwingen de groote aanschaffingskosten tot zelfbeperking. Wat wij in dit opzicht zeer wenschelijk achten en wat n.h.v. waarschijnlijk niet tot groote flnancieele offers zal leiden, inte gendeel wellicht blijken zal een vermindering van uitgaven met zich te brengen, is het volgende Nu, naar we hopen, in een niet ver verwijderde toekomst de commandanten der Militaire Afdeelingen op Java tevens of liever gezegd in de eerste plaats Brigadecommandanten zullen zijn en hun hoofdtaak dan zal wezen „troepenleiding", wordt het noodig dat die autoriteiten, meer dan tot nu toe het geval is, zich bezig houden met de oefeningen hunner onderhebbende troepen, ten einde op die oefeningen hun stempel te drukken. Vat een Brigadecommandant zijn taak naar eisch op, dan zal hij om zoo te zeggen dagelijks met zijne troepen, althans met een gedeelte daarvan, in aanraking moeten komen en de uitgestrekt heid der afdeeling in aanmerking genomen een zeer groot ge deelte van het jaar van zijne standplaats verwijderd zijn en daarvan menig daagje zoekbrengen met reizen van zijn stand plaats naar een der garnizoenen en terug. Reis- en verblijf kosten voor den Brigadecommandant en den hem vergezellenden adjudant zullen daardoor een niet onaanzienlijk bedrag vormen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 205