199 afzonderlijke wapens zijn, maar moet zijn de samenwerking van alle. De verbeterde bewapening maakt een spaarzamer krachtsont wikkeling mogelijk, zoodat sterker reserves gevormd kunnen worden. De beslissing moet worden verkregen door het inzet ten van alle achtergehouden krachten. Zoowel aanvaller als verdediger moet opstellingen inde diepte kiezen. Yoor de verkenning zijn gemengde detachementen beslist noodig. Het weerstandsvermogen van permanente werken is verminderd, dat van veldwerken grooter geworden; lage tirail leurloopgraven, in het terrein verspreid en in meerdere liniën achter elkaar, verdienen de voorkeur boven steunpunten. De frontaanval is volgens den schrijver niet onmogelijk, hoe wel hij veel moeilijker is geworden. Waar generaal de Négrier de beslissing wil verkrijgen door vuur en omvatting, wil generaal Langlois die bereiken door den aanval van massa's op één punt (Napoleontische gevechtsleiding). Nog eene opmerking van generaal Langlois verdient hier ver melding, n.l. dat de sterke rookontwikkeling, bij het springen der moderne projectielen, het mogelijk maakt den tegenstander geheel in een wolk te hullen en hem het gericht vuren te be moeilijken; op die wijze wordt voor de eigen troepen, ook de cavalerie, de opmarsch gemakkelijker. Nog verdient de aandacht gevestigd te worden op het reeds in 1902 verschenen werk van generaal Keszler „Tactique des trois armes" en op de artikelen van generaal Brugère in de Figaro 1); de eerste staat in zijn opvattingen dichter bij gene raal de Négrier, de laatste bij Langlois. Generaal Keszler is ook de meening toegedaan, dat de strijd niet bestaat uit drie zich na elkaar afspelende phasen: het ge vecht der cavalerie, der artillerie en der infanterie, doch slechts uit één: dat der infanterie, waarbij de andere wapens steunen. Ook op het gebied van schietopleiding werden eenige goede denkbeelden aangegeven. Yolgens de „Army and Navy Gazette" No. 2155 van 1901, verkondigde overste Mac Leod het denkbeeld dat ook in ons 1) Zie „Vierteljahrshefte für Truppenführung und Heereskunde", le Heft. leJahrgang.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 211