212
8. De afdeelingen der tweede en derde linie volgen noch in
groepen, noch in opgeloste liniën of rijen en secties (tenzij ter
reinhindernissen hiertoe noodzaken), doch in compagniescolonne
of in linie. Hierbij kan, door de afdeelingen in halve sterkte
achter elkaar op te stellen, een tot op de helft verkorte linie
gevormd worden.
9. De gesloten afdeelingen der eerste linie bewaren in open
terrein een afstand van ongeveer 200 M. van de tirailleurlinie.
10. De voor den stormaanval bestemde afdeelingen moeten,
vóór deze aanvangt, de tirailleurlinie dicht genaderd zijn, voor
het geval dat zij niet uit eigen beweging gebruik maakt van
een gunstig oogenblik om tot den aanval over te gaan.
11. Het is gewenscht het aanvalsfront van een compagnie
(200 250 man) op 150 M. en van het bataljon (800 1000
man) op 400 M. vast te stellen.
Indien de omstandigheden de ontwikkeling der volle vuur
kracht eischen, kan het bataljon in eens tot op den laatsten
man opgelost worden.
12. Aanvoerders en troepen moeten telkens weer doordron
gen worden van de noodzakelijkheid het vuur eerst op den
kortst mogelijken afstand te openenbepaalde afstanden kun
nen echter niet aangegeven worden.
18. Voor de hoogere aanvoering geldt het beginsel voor ster
ke reserves te zorgen; de kunst van Napoleon I, om deze op het
juiste oogenblik in te zetten, moet weer aangekweekt worden.
Uit het werkje van F. C. v. H. Infantenstische Fragen
und die Erscheinungen des Burenkrieges" is het volgende van
belang.
In het eerste hoofdstuk wijst de schrijver op het feit, dat,
zoodra de eerste berichten uit Z. Afrika openbaar werden, een
geheele omkeer op militair, v. n. op tactisch gebied werd ge
proclameerd.
Enkelen meenden dat de beroepssoldaten afgedaan hadden en
dat het voldoende zou wezen, in tijd van nood den burgers de
wapens in de hand te geven om een leger te vormen; anderen
verwachtten slechts heil van de bereden infanterie, nog anderen
verklaarden eiken aanval voor onmogelijk en meenden, dat de ver-