220
trein zoo veel mogelijk nuttig effect te verkrijgen, er naar moet
worden gestreefd het materieel zoodanig te wijzigen, dat het
aantal drukkingen tot een minimum worde beperkt. Daar even
wel, voor zoover mij bekend, de gebreken, welke het in Atjeh
gebruikte materieel aankleefden en welke eerst later aan het
licht kwamen, toen niet voldoende bekend waren, kon daarmee
ook in 1902 geen rekening worden gehouden, zoodat het dooi
de op te richten treinafdeeling in gebruik te nemen materieel,
geheel overeenkomstig het in Atjeh gebezigde, werd ingericht.
Schrijver dezes had het voorrecht aan de oprichting van deze
treinafdeeling te mogen medewerken en tevens gedurende een
achttal maanden de oefeningen dier afdeeling te leiden.
De al dadelijk na de oprichting, ondanks de lichte oefenin
gen, veelvuldig voorkomende drukkingen werden aanvankelijk in
hoofdzaak toegeschreven aan invloeden, onafhankelijk van het
draagmaterieel, nl. ongeoefendheid van personeel, zoomede onge
woonte van dragen en minder goeden voedingstoestand der paar
den. Toen in deze omstandigheden afdoende verbetering geko
men was, moest men echter wel het onrustbarend groot gebleven
aantal drukkingen aan de inrichting van het draagkussen wijten.
Van de beide wegen, die tot verbetering openstonden, n.l.
le behoud van het draagkussen met betere afwerking der on-
derdeelen, en
2e vervanging van het draagkussen door een op een deugdelij
ker principe berustende constructie, koos men blijkbaar de eerste.
Ik mocht daarvan gedurende mijne indeeling bij den trein wei
nig of geen resultaat bemerken en blijkbaar is sedert evenmin
afdoende verbetering ingetreden. Althans ik vermeen dat men
zich niet mag tevreden stellen met het toeschrijven van de vele
bij de treincompagnieën in Boni voorkomende drukkingen aan
de zware van die afdeelingen gevorderde diensten. De steeds
hoogere eischen welke men aan de mobiliteit van eene colonne
te velde stellen moet, sluiten nu eenmaal hooge eischen voor de
treinatdeelingen in zich; kunnen zij daaraan niet voldoen, dan
hebben zij geen reden van bestaan meer.
Ook in verband met geruchten die gewagen van het opheffen
van onzen „Trein" voel ik me daarom gedrongen er naar mijn
vermogen toe bij te dragen, dat alles worde in het werk gesteld