221
om de bruikbaarheid van den trein te verhoogen door het aan
tal drukkingen bij de treinpaarden tot een minimum terug te
brengen.
Het komt mij voor dat de daartoe tot nog toe gevolgde weg
niet de juiste is en de resultaten daarvan niet groot konden zijn,
zoodat hij zal moeten worden verlaten, indien er tenminste een
andere weg bestaat, welke met voldoende zekerheid goede resul
taten doet verwachten.
Gaan we daartoe de samenstelling en de werking van het be
staande draagkussen na, zooals dit op 't oogenblik is, dus in
zijn zoo goed mogelijk verbeterden vorm.
Het bestaat uit:
le. Het eigenlijke draagkussen, vervaardigd van goeniezak-
ken, opgevuld met uitgeplozen klappervezel, aan de buitenzijde
bekleed met een gevlochten rotanmat, in het midden der boven
zijde voorzien van een ijzeren bok, waaraan zich ter weerszijden-
twee draagbaken bevinden, terwijl vier singelstooten zijn aan
gebracht tegen de buitenzijden van het kussen. Bovendien be
vinden zich aan foor- en achterzijde twee sjorlijnen ter bevesti
ging van de draagmanden op het draagkussen.
2e. Twee singels.
Bij elk draagkussen behooren verder twee rotan draagmanden,
elk voorzien van twee draagoogen, benevens vier draagkettingen,
welke slechts gebezigd worden bij vervoer van goederen, welke
niet in de draagmanden, doch onmiddellijk op het draagkussen
worden geladen. Regel zal dus zijn, het vervoer in de draag
manden, zoodat met een zoodanig vervoer in de eerste plaats
zal moeten worden rekening gehouden.
In fig. 1 is een schematische schets gegeven van de dwars
doorsnede van een beladen treinpaard over het midden der beide
draagmanden, waarin A het paardenlichaam, B C D het draagkus
sen, E F G de ijzeren bok, H I K L één der draagmanden voor
stelt. Denkt men zich nu de beide, zich aan ééne zijde van den
bok bevindende draaghaken met de daarbij behoorende draagoogen
van de mand vervangen door een enkele draaghaak M en draag
oog N, midden tusschen de beide bestaande haken en oogen
zij verder O het steunpunt van de mand tegen het draagkussen