14
in den Oosthoek van Java als „padi Poeroet" in den handel
worden gebracht (gedeeltelijk naar Holland uitgevoerd) alle rijst
soorten door de fabriek „Poeroet" te Pasoeroean gepeld.
Wij zullen ons hier bepalen tot eene algemeene beschouwing
over de Javarijst, om vervolgens enkele meest voorkomende ty
pen aan een nader onderzoek te onderwerpen.
Goede Javarijst is doorschijnend, bijna geheel glazig, vertoont
dikwijls een parelmoerglans, is gelijkmatig van grootte, heeft een
gelijkmatige kleur, hetzij wit, hetzij geelachtig-wit (groene kleur
wijst op onrijpe padi, de korrels zijn minder hard), de kiemgroef
vertoont zich als een witte punt, niet zelden bevindt zich langs
de buikzijde een mat witte streep, die tot de kiemgroef door
loopt. Enkele mat- witte korrels komen zelfs in de beste rijst
soorten voor, bv. in de Indramajoe, Kandanghauer, Tjiomas en
Karang-Serang (K. S.).
Goede rijst heeft geen geur en is, ongekookt, smakeloos. Een
bittere of ranzige smaak verraadt een begin van bederf, gaat
meestal gepaard met een duffe lucht.
Bij een kookproef moeten de korrels sterk zwellen, zonder te
vervloeien, iedere korrel blijft op zich zelf en kleeft dus niet met
andere tot klonters samen. Is het kooksel dik slijmig, dan heeft
men te doen of met ketan of met rijst die veel meel bevat.
Hoe meer en hoe gelijkmatiger doorschijnend de korrels zijn,
bij overigens gelijke eigenschappen van verschillende soorten,
hoe beter. Een parelmoer- of zijdeglans is een bewijs van supé-
rioriteit. Een mat-vuil-gele kleur wijst op een mindere soort, of
wel op ongunstige weersgesteldheid (vochtigheid) bij het oogsten,
dan wel op broeiing in de bewaarplaatsen.
Een vuil-grauwe kleur wordt o. a. aangetroffen bij korrels, die
met zeewater bevochtigd zijn geraakt en later opdrogen.
Een niet gewilde gele kleur wordt door rijstknoeiers, door
middel van ultramarijn of indigo, in wit veranderd onder de
loep is dit kunstmatig kleuren gemakkelijk te ontdekken.
Behalve uit de kleur, valt een zeebeschadigde partij veelal aan
te wijzen door het samenpakken in klonters.
Geheel stofvrij of wel meelvrij is de rijst in Indië nooit, de
uitheemsche rijst vertoont volgens sommigen minder stof dan
de inheemsche soorten.