259 stuk, daarna de wijze, waarop de levensmiddelen verkregen en bewaard worden, in bespreking komt. Zelfs de drankquaestie en de invloed van geheel onthouding, opgeluis terd door een desbetreffende statistiek uit het Engelsche leger, vinden hier een plaats. Eerst met hoofdstuk I C komt schrijver op het terrein, waar hij we zen moet, n.l. op dat der militair-geographische toestanden in den Ned. O. Ind. Archipel en dit wel in verband met hot Nederl.-Indische leger. Dit gedeelte vormt het uitgebreidste en wellicht het beste deel van het werk, hoewel hier nog slechts sprake is van een algemeen overzicht onzer koloniën. Later (hoofdstuk I. E.) worden uitgebreider dezelfde punten behandeld ten opzichte van de le militaire afdeeling op Java. Vermoedelijk heeft het plan bestaan om op de le milit. afdeeling, de 2e en 3e, daarna wellicht Sumatra enz. te doen volgen. Hiertoe heeft blijkbaar de gelegenheid ontbroken, doch wel is nog tijd gevonden om een kort 2e hoofdstuk (15 blz.) op het uitgebreide (521 blz.) en nog niet voltooide le hoofdstuk te doen volgen. Dit twee de hoofdstuk „Cartographic van Nederl. Oost-Indië" is hier niet op zijn plaats, het zal oorzaak zijn, dat later deel I en II geen aaneensluitend geheel vormen. De inhoud vau hoofdstuk II bevat weinig nieuws voor de lezers van het Ind. Mil. Tijdschrift, daar het grootendeels ontleend is aan twee op stellen 1) uit dat maandschrift, veel en nuttig nieuws echter voor hen, die geen kennis namen van beide artikelen. Het hoofdstuk is zaakrijk en goed gesteld en bevat een flink overzicht van den stand van het kaarteeringsvraagstuk voor onze koloniën. Onvermeld bleef nog, dat hoofdstuk I D besprekingen wijdt aan de inlandsche bevolking van den Ned.-Indischen Archipel, uit een militair oogpunt beschouwd inlanders van de verschillende landaarden worden eerst als soldaat in het leger, daarna als dienende bij de hulptroepen en ten slotte als eventueele vijand besproken. Ook Europeanen en Afrikanen worden niet vergeten, voor eerstgenoemden werd zelfs vrij lang de aan dacht gevraagd, waarbij do invloed van drankmisbruik, besmettelijke vrouwenziekten en concubinaat vrij uitgebreid ter sprake kwam. Om thans een duidelijk overzicht te geven van den inhoud van hoofd stuk I E (le mil. afd. op Java) is ondoenlijk, zonder te veel van het ge- 1) „De militaire cartographie in Nederlandscli-Indië" door J, J. K. Enthoven I. M. T. 1905 I blz. 271, en „Kort overzicht betreffende de samenstelling en de ver veel vuldiging van Topographische kaarten in Ned.-Indië" door J. B. Snepvangers I. M. T. 1904 I blz. 105 en 189. I, M. T. 1906. 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 271