275
In Poenir-Oost was het op kolossale terreinmoeilijkheden ge
stuit en door de omringende moerassen had het die kampong
nergens kunnen verlaten.
Het huis van T. Rajoet Empeh-Bling werd door de genietroe
pen intusschen omvergehaald en geslecht.
Het was half negen toen het 6de Bataljon ter hoogte van de
stelling van het 7e gekomen was. De majoor Okhuizen kreeg
bevel onmiddellijk in Z. W. richting te marcheeren, Poenir-
Tengah, Poenir-West, Le-Oe en Tjabang te doorzoeken en ter
hoogte van laatstgenoemde kampong met het front naar de
Kroeëng Daroe stelling te nemen.
Het 7e Bataljon rukte op naar Goeë-Gadjah, dat inmiddels
door den vijand ontruimd was en doorzocht verder het terrein
in de richting van Bt. Kasoemba.
Eene versterking, die tegenover die heuvelstelling op den
rechteroever der Kr. Daroe moest liggen, werd niet aangetroffen.
Half tien meldde ook het 6e Bataljon dat de stelling was in
genomen.
Toen tegen 10 uur het eerste bericht ontvangen werd, dat
de colonne van Heutsz op Tjot Goeë terugtrok en er geen
schot meer viel, zond de colonnecommandant de genietroepen
naar Ketapan Doea terug en gelastte de artillerie op de spoor
baan in stelling te komen om den terugtocht der colonne te
dekken.
Om half elf werd langs den weg Boekit Daroe naar Ketapan
Doewa gemarcheerd.
Twee compagnieën van het 7e Bataljon namen bij Goeë-Gad
jah eene achterhoedestelling in en hadden hier en daar nog wat
vuur te beantwoorden, dat de colonne uit de doorzochte kam
pongs werd nagezonden.
11 u. 45 waren alle troepen te Ketapan Doea verzameld.
Verliezen waren er niet geleden. De verbruikte munitie bleef
bepaald tot 11 Gr., 42 G. K. T. en 1393 Beaumont-patronen.
Met de muildieren der bergbatterij had men verbazend veel
last gehadtal van hen gingen in de sawah eenvoudig liggen
en konden slechts met inspanning weer op de been worden ge
bracht. Men schreef het toe aan de weinige oefeningen, die de
van Salatiga afkomstige batterij in dergelijke terreinen had ge-