282 den te zuiveren, werden op 4 en 5 Juni twee zelfstandige colon nes geformeerd. De le colonne, die onder bevel van den kolonel Stemfoort zelf stond, zou 4 u. v. m. van Lam-Djamoe afmarcheeren naar de IV Moekims ter doorzoeking van de aan de Zuidelijke bellingen van het Raja gebergte gelegen kampongs. Zij moest tevens de daar gelegen versterkingen nemen en opruimen, de BlangKala- pas afsluiten en eventueel uit het Zuiden komende vijandelijke benden tegenhouden. De 2e colonne, onder de bevelen van den luitenant-kolonel der infanterie J. B. van Heutsz, had opdracht den 5en Juni s moigens 5 uur van Lamtih naar Lam-Pagar, Lam-Badak en Lam-Baroe te marcheeren, de op haren weg liggende versterkingen te nemen en op te ruimen. Intusschen zou eene marinelandingsdivisie bij Koeala Pantjoer landen en aldus eventueele benden de colonne van Heutsz te gemoet drijven. De eerste colonne bestond uit: 12 brigades marechaussee onder den kapitein Jhr. Graafland, het 3e, 6e, 9e Bataljon Infanterie, 2 compagnieën van het 14e Bataljon en 1 id. van het 15e, voorts 2 pelotons cavalerie onder den ritmeester Jhr. de Lannoij, 2 bergbatterijen van 2 sectiën ieder, 2 detachementen genietroepen, elk sterk 1 officier en 30 minderen, 4 ambulances en de noodige dwangarbeiders. Ten einde den opmarsch der colonne te vergemakkelijken, had het korps marechaussee opdracht bekomen in den vroegen morgen snel naar Boekit Seboen op te rukken en de heuvelstelling aldaar te bezetten. Omstreeks half vijf bij kampong Beradin gekomen, stuitte de spits onder den inlandschen korporaal Brodjo, No. 25645, op een -I- 30 man sterke bende, die vrij geregeld kwam aanmar cheer en. De afstand tusschen spits en bende bedroeg niet meer dan 50 M. De korporaal Brodjo deed, zonder zich ook maar een oogenblik te bedenken, door zijne manschappen de knielende houding aan nemen, een paar salvo's afgeven en ging vervolgens tot den aan val over. De aanval werd door de beide voorste brigades diiect onder-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 294