284 De kleine vijandelijke bende had zich naar pasar Kedebiëng terug getrokken en bleef vrij geregeld vuur afgeven. Kampong Tjihi en Koeh waren onbezet bevonden. Het peloton Happé bleef genoemde pasar en het uitgestrekte sawahterrein W. van Tandjoeng-Kroeng Raba observeeren. De commandant van het 14e Bataljon, de majoor Thomson, ontving ten half zeven de volgende order. „Marcheer met de inlandsche compagnie van het 14e Batal jon en de gemengde compagnie van het 15e, benevens 2 Bri gades marechaussee door Glé Taroempas over Ketapan Doea „naar Koeta-Radja. „Er staan 2 compagnieën van het garnizoensbataljon in stelling „ten Zuiden van Ketapan Doea om U bij het deboucheeren uit „den bergpas op te nemen. „Geef last aan de 2e compagnie van het 14e om zich te stel- „len onder de bevelen van den commandant van het 9e Batal jon". En tien minuten later. „Marcheer morgenochtend om 8 uur van Lam-Djamoe naar „Lam-Pisang met de beide compagnieën, waarmede gij thans „naar Koeta-Radja terugkeert en houd Lam-Pisang tot nader „order bezet. Kunt van Koeta-Radja naar Lam-Djamoe van „extra trein gebruik maken. Vraag vóór vertrek van Lam-Dja- „moe bericht aan colonne van Heutsz." De overste Hansen ontving ten kwart voor zeven den last om met zijn bataljon, de 10 brigades marechaussee en eene sec tie artillerie Lempoe-oeh te gaan nemen. De 2e sectie artillerie zou voorloopig met eene sectie inf. dekking in Lam-Baroe (Noord) blijven. Het 2e peloton cavalerie van den len luitenant Gentil, waar bij zich ook de ritmeester voegde, alsmede een peloton genie troepen werden deze colonne toegevoegd. Die van majoor Thomson kreeg, toen zij ten 7 u. 12 v.m. af marcheerde, ook eene halve sectie genietroepen mede. Ondervond de colonne Hansen geen tegenstand van 's vijands zijde, des te grooter waren de terreinmoeilijkheden, die te over winnen waren. Ten einde den opmarsch met vuur te steunen, deed de colon-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 296