288 -
In het bivak Lam-Baroe-Zuid nam men de noodige maatre
gelen om de resteerende vivres, kookgereedschappen en zieken
aan boord der ter reede liggende oorlogsschepen te brengen, ten
einde op die wijze de colonne op haren terugmarsch van den
grooten trein te ontlasten.
De cavalerie begaf zich naar het strand om zich te overtuigen,
dat een en ander zonder bezwaar geschieden kon en verkende
verder in de richting Lam-Kroet Woe Raija, zonder iets van
den vijand te bespeuren.
Twee compagnieën van het 9e Bataljon dekten verder boven
bedoeld embarkement, dat ten 8 uur plaats had.
Onder bescherming van een sectie infanterie werd voorts
het huis van den ketjik van Lam-Poe-Oeheen van Oemars beste
vrienden—door de genietroepen vernield.
Daarop gingen 2 compagnieën van het 9e Bataljon onder den
kapitein van den generalen staf Kronouer ten 10 u. v.m. op weg
om met de genietroepen den reeds den vorigen dag verkenden
terugtochtsweg voor de artillerie bruikbaar te maken.
Toen ongeveer half twaalf de compagnieën, die het embarke
ment gedekt hadden, in het bivak waren teruggekeerd, werd eene
cavalerie-patrouille naar het strand gezonden om de oorlogssche
pen te waarschuwen, dat zij naar Oleh-leh konden stoomen.
Half één was het bivak opgebroken en keerde de bevelhebber
met de cavalerie huiswaarts. Ter hoogte van Boekit Seboen
gekomen, volgden de ruiters, zooals we boven zagen, het pad
langs den voet van het gebergte via Lam-Doerian naar Lam-
Djamoe
De colonne bleef den gereed gemaakten weg volgen en kwam
bij Beradin op den grooten weg.
Nadat alles gepasseerd was, kon ook het 6de Bataljon ten 5
uur n.m. afmarcheeren, op zijn beurt ten 6 u. n.m. gevolgd dooi
de colonne Thomson.
Naarmate de troepen te Lam-Djamoe aankwamen, werden zij
met extratreinen naar den Kraton gevoerd.
De colonne had den ganschen dag geen vijand gezien.
Bijna even kalm verliep het ageeren der colonne v. Heutsz.
De colonne was samengesteld als volgt.