289 Commando. Commandant luitenant-kolonel J. B. van Heutsz. Chef van den Staf kapitein G. C. E. van Daalen. Adjudanten le luitenant adjudant van Kappen en F. Kilian. 4 bereden ordonnansen. Infanterie. 7de Bataljon, commandant majoor J. R. Jacobs, sterkte: 14 officieren, 1 adjudant o.o. d.d. officier en 445 onderofficieren en minderen. 12de Bataljon, commandant luitenant-kolonel G. F. Soeters, sterkte: 14 officieren, 2 adjudant o.o. d.d. officieren en 478 onderofficieren en minderen. Half 14de Bataljon, commandant majoor G. P. M. v. d. Noordaa, sterkte: 8 officieren en 270 onderofficieren en minderen. Cavalerie1 peloton, commandant le luitenant C. W. van Haaff. Artillerie: Commandant kapitein Bangert (4e Bergbatterij), sterkte: 8 off. en 88 onderoff. en minderen, alsmede 44 rij- trek- en draagdieren. 6 vuurm. (144 Gr.144 G. K. T. en 48 K.G.) Genietroepen: een detachement, comdt. le It. A. S. Ruzette, sterkte: 41 onderoff. en minderen. Trein. Gevechtstrein. 3 ambulances en de bij de compagnieën en detachementen behoorende tandoes en reservemunitie. Volgens ingekomen berichten bevond zich in de moekim Lam-Tengah nog eene vijandelijke bende onder Pang Mat. De colonnecommandant verbood ten strengste huizen te ver branden of te plunderen. Alleen wapens mochten worden medegenomen. Ter voldoening aan de opdracht, deed de colonnecommandant ten 5 u. v. m. twee compagnieën van het 7e Bataljon, onder den korpscommandant, naar Lam-Awi oprukken, om^de daar gelegen versterking, alsmede Koeta-Sagai en de versterkte wachthuizen aan het strand te nemen en te slechten. Het 12e Bataljon ging zoo snel mogelijk naar Lam-Manjang vooruit en het 14e richtte zich naar den noordrand van het niet bewoonde deel van kampong Lam-Isi.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 301