291 Ook het 14e was Lam-Isi, zonder maar één vijand te zien, door getrokken. Eveneens in breed front werd langs den voet van het gebergte gemarcheerd en ten 7 u. v.m. Lam-Pin reeds bereikt. Bij het voortrukken vielen eenige schoten van een 4 of 5 tal Atjehers, dat zich op den heuvelrug ten Z. van Masdjid Indra- Perwa genesteld had. Met een paar salvo's werd dit vuur beantwoord en in het bedekte terrein den weg vervolgd. Waren meer noordelijk de sawah's droog, aan den voet van het gebergte was dit anders en moest de breede marschvorm dikwijls onderbroken worden. Uit een hem toegezonden bericht maakte de majoor van der Noordaa op, dat hij het 12e Bataljon naar Lam-Pagar had te volgen. Toen zulks bemerkt werd, gaf de bevelhebber last onmiddellijk naar Masdjid Indra-Perwa terug te gaan. Aldaar werd nu door eene compagnie den Noordrand van het klapperbosch en door de andere Lam-Tjoet bezet, om zoo de colonne, die uit de Belang Kalapas zou deboucheeren, af te wachten. Voordat ze goed en wel op hunne plaatsen waren, over schreed die colonne de brug ten W. der M. Indra-Perwa reeds. Toen alle troepen ten 7 u. 45 v.m. in de lijn Lam-Pagar, Masdjid Indra-Perwa stonden, werd aan de marine die bij Lam- Baroe lag, het sein tot debarkeeren gegeven. Een sloepenflotille stak daarop van boord af en zette ten u. v.m. eene landingsdivisie bij den kampong aan den wal. Dat debarkeeren ging nu juist zoo heel vlug niet, er viel ech ter geen schot. Na Lam-Baroe doorzocht te hebben, nam de ladingsdivisie daar stelling. Op het moment dat de reeds vermelde schoten uit het ge bergte Glé Tempé op den troep vielen, had de bevelhebber eene sectie artillerie bij Lam-Toetoe-West in batterij doen brengen. De sectiecommandant rapporteerde, dat zijn eerste schoteen treffer op 800 M. den vijand dadelijk deed verdwijnen. Toen hij eenigen tijd later terugkeerde om de gewonden te halen, deed een tweede schot hem op de vlucht slaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 303