299
„ter verzekering van 'slands belangen. Nu wordt door de toe-
„passelijkverklaring van artikel 65, eene zeer algemeene be
voegdheid gegeven om die voorloopige vergoedingen langs ge-
„rechtelijken weg in te vorderen. Maar voor de verzekering
„van 's lands belangen is niet meer noodig dan conservatoir be.
„slag op de eigendommen van den comptabele. Verder behoeft
„de bepaling niet te gaan en men gaf daarom in overweging
„haar in dien geest te wijzigen."
De minister ging zelfs nog verder en liet de aanvankelijk
toegevoegde zinsnede weg, zonder echter eene bepaling op te
nemen, zooals in het voorloopig verslag werd bedoeld.
In zijn Memorie van Antwoord van 22 Mei 1895 zegt hij hierover:
„Bij nadere overweging acht de ondergeteekende het verkies
lijk de laatste zinsnede van het artikel niet te behouden. Door
„de toepasselijkverklaring van art. 65 zou aan de besluiten,
„waarbij voorloopig vergoedingen worden opgelegd, executoriale
„kracht worden gegeven, terwijl de mogelijkheid bestaat, dat
„die niet of niet geheel worden bevestigd door de besluiten
„der Algemeene Rekenkamer, die daarover definitief uitspraak
„doet. Het is voldoende als de gelegenheid gegeven wordt
„om, in afwachting van de definitieve uitspraak, al vast een
„korting op het traktement te leggen, wat van groot belang
„kan zijn, omdat het steeds de vraag zal wezen of verhaal langs
„dien weg later nog wel zou kunnen geschieden."
Hiermede heeft de 2de Kamer zich blijkbaar kunnen vereenigen.
De wet is dus feitelijk niet verder gegaan dan het sanction-
neeren van de regeling, opgenomen in Bijblad no. 2589.
Meer was ook inderdaad niet noodig, daar toch vaststond, dat
het gerechtelijk invorderen van door comptabelen verschuldigde
gelden in de practijk weinig nut zou hebben. Een comptabele,
die met boos opzet en sluw overleg zich ten voordeele van den
lande verrijkt, zal in den regel wel zorgen, dat zijn goederen
buiten bereik blijven, terwijl een comptabele, die te goeder trouw
is en een te kort in kas heeft, ongetwijfeld het verschuldigde
zal aanzuiveren of door korting op zijn inkomsten tot betaling-
kan gedwongen worden.
Sinds 1895 bezitten we dan eene bepaling in de comptabili
teitswet, welke aan autoriteiten, door den Gouverneur-Gene-
I. M. T. 1906. 21
