305 Zelf was de onderinspecteur aansprakelijk voor „alle malver satiën en abuizen" in de administratie, van welken aard ook, die door hem konden verhinderd zijn, met het recht van die op degenen te verhalen, die daarvan de oorzaak waren, Yan meer belang is intusschen de Instructie voor de gewes telijke Intendanten, zooals deze is vastgesteld bij kabinets be schikking van den Commandant van het Leger dd. 2 Augustus 1903 (Alg. order no. 149 van 1903). Artikel 10 van deze instructie zegt: „De Gewestelijke Intendant is bevoegd om, ter verzekering „van 's lands belangen, bij voldoende gebleken te kort in eenig „onder zijn toezicht gesteld comptabel geldelijk beheer, den „comptabele deswege voorloopig de vergoeding op te leggen. „In het desbetreffende door hem te nemen besluit vermeldt „de Gewestelijke Intendant de administratie of het kantoor voor „de invordering aangewezen; van dat besluit zendt hij afschrift aan „het Departement van Oorlog en aan de Algemeene Rekenkamer. „Indien enz." De bevoegdheid, krachtens de eerste alinea van bovenstaand artikel aan den Gewestelijk Intendant verleend, is geheel in over eenstemming met artikel 90 der comptabiliteitswet en met het bepaalde sub II a van artikel 6 van het Gouv. Besl. van 18 Maart 1901 (Bijblad 5574). In dit besluit is de Gew. Intendant, in zijne hoedanigheid van gewestelijken dientschef, door den Gou verneur-Generaal aangewezen als een der autoriteiten, die ter verzekering van 's lands belangen, aan comptabelen voorloopig vergoedingen kunnen opleggen. Uit een wettelijk oogpunt valt er tegen deze alinea dus niets in te brengen. Alleen dient opgemerkt te worden, dat noch in artikel 90 der compt. wet, noch in het zooeven genoemd Gouv. besluit, sprake is van comptabel geldelijk beheer. De gevolgtrekking zou allicht gemaakt kunnen worden, dat de aan den Gew. Int. verleende bevoegdheid niet bestond ten aanzien van comptabel materieel beheer, wat toch, zooals later blijken zal, wel degelijk het geval is. De derde alinea van artikel 10 der Instructie voor de Gew. Intendanten heeft met het opleggen van voorloopige vergoedin-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 317