310 - meerendeel het geval, bezitten ze in die hoedanigheid de be voegdheid tot het opleggen van voorloopige vergoedingen. Is de ordonnateur niet tevens gewestelijke dienstchef, dan zendt hij de processen-verbaal aan deze, of in het geval bedoeld in de 2e alinea van artikel 104, aan den Chef van het Dep. van Oorlog. Indien de bevonden minderheden in compensatie kunnen wor den gebracht met de gelijktijdig geconstateerde meerderheden, bestaat er geen aanleiding om tot het opleggen van voorloopige vergoeding over te gaan. Welke autoriteit echter beslist of compensatie kan worden toegestaan, is nergens uitdrukkelijk aangegeven. Tot in 1901 geschiedde het door de Algemeene Rekenkamer. Van af dat jaar heeft het college er zich van onthouden en is de bevoegd heid op de departements-chefs overgegaan (zie 51 van de order voor de militaire administratie no. 1). Het toestaan van compensatie is eene beslissing, welke dient te worden genomen door de administratieve autoriteiten en niet door een controleerend lichaam als de Algemeene Rekenkamer. De kamer kan—en dat is haar plicht—de genomen besluiten nauwkeurig nagaan en, indien zij daartegen bedenkingen heeft, hare bezwaren bij de Regeering voorbrengen. Het nemen dei- maatregelen zelf, het beoordeelen van de omstandigheden, welke op het nemen der beslissing van invloed zijn, behoort in be ginsel buiten haar ressort. Wat verder in acht genomen moet worden bij het opleggen van eene voorloopige vergoeding, is aangegeven in de 2e, 3e en 4e alinea van artikel 104 van het materieel beheer. Het voor schrift dat op de betrekkelijke bewijzen moet worden aangetee- kend, door wien en op welke wijze de invordering geschiedt, treffen wij in het Gouvernements Besluit van 18 Maart 1901 no. 21 niet aan. Voor eene richtige controle schijnt de Regee ring het voldoende te hebben gevonden, als op de besluiten de administratie wordt vermeld, welke voor de invorderingen is aangewezen. Den chef van het Departement van Oorlog kan echter de be voegdheid niet worden ontzegd om al zulke administratieve bepalingen uit te vaardigen, als voor de goede uitvoering van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 322