322 lescentendetachementen tot nu too konden doen. Die taak is door Amboineezen even goed, misschien beter te vervullen dan door Europeanen, en 't is dus op zich zelf goed gezien de minder dure bruine broeders daarvoor te bestemmen. Beziet men deze quaestie nader, dan duiken echter verschillen de viagen op, die de gedachte naar minder bevredigende resul taten leiden. Bij die Amboineesche afdeelingen zegt de M. v. T. 76 Europeesche sergeanten meer noodig te hebben; het is een bekend feit, waarop ik beneden nader terug kom, dat nu reeds gioot gebiek aan Europeesche onderofficieren bestaat; waar moe ten nu die 76 meer vandaan gehaald worden? De Amboinees is een goed soldaat, maar als het aantalvan 3500 Amboinee- ^en, thans in de formatie van de infanterie en de marechaussees aangegeven, met 1000 uitgebreid moet worden, zal het ge halte dan daaronder niet kunnen lijden, 't gehalte zoowel van den eenvoudigen fuselier, als dat van 't kader, dat ruim 100 gegradueeiden meer zal moeten krijgen uit de slecht geschoolde kamponglieden? Hoort men nu reeds gewagen van Inlanders die volgens hunne geboorte geenerlei recht hadden als Amboi nees of Timorees te boek te staan, maar die zich toch bij de Amboineesche korpsen hebben weten te doen aannemen, derge lijke piaktijken zullen zeker toenemen als de werving zooveel ruimer wordt opengesteld. Hier vergt nog een ander gedeelte van de M. v. T. onze aan dacht. Door de vervanging van Europeesche door Amboinee sche minderen wordt, zegt zij, „het groote voordeel verkregen dat, zonder uitbreiding van het Europeesche element in het le ger, Europeesche militairen beschikbaar komen voor doeleinden waarvoor zij minder bezwaarlijk kunnen worden gemist dan bij de garnizoensinfanterie." Op dien grond worden 211 Euro peesche korporaals en 875 Europeesche fuseliers van de garni zoensinfanterie afgenomen; nu verwacht men natuurlijk deze dan voor een werkkring elders aangewezen te zien worden. Dit wordt dan ook gedaan voor 152 der korporaals, die bij Inland- sche compagnieën der veldbataljons eene goede bestemming vinden, maar 59 hunner collega's en alle 875 fuseliers 1) ver- (1) Deze cijfers worden zelfs G2 k. en 878 f. door de boven sub 3 tot en met 5 aan gegeven formatie-wijzigiDgen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 334