323
dwijnen voor goed uit de formatie van het leger. Het „be
zwaarlijk gemist kunnen worden" der M. v. T. zal, naar ik ver
moed, eigenlijk bedoelen: „bezwaarlijk verkregen kunnen worden,"
want daar wringt, geloof ik, de schoen: de werving levert niet
genoeg Europeanen op, en daarom wordt de ruil tegen Amboi-
neezen zoover mogelijk opgevoerd, hetgeen te gretiger gebeurt,
omdat daarmede eene bezuiniging gepaard gaat. Immers de
soldij voor de beide landaarden is wel gelijk, maar de kosten
van werving, overtocht, gageering, enz. verschillen aanmerke
lijk. Daar echter als gevolg van de inkrimping van 't aantal
Europeesche minderen 't gehalte van 't onderofficierskader, en
als gevolg van de uitbreiding van 't aantal Amboineezen 't ge
halte van de troepen van dien landaard achteruit kan gaan, zal
een ruil, op zoo groote schaal als thans aangenomen is, de in
nerlijke kracht van het leger niet ten goede komen. Wint de
garnizoensinfanterie in waarde, de veldbataljons en de mare
chaussees, die de moeilijkste taak te vervullen hebben, zullen in
gevechtswaarde dalen.
Zou het daarom niet verstandiger zijn den maatregel eene
minder ver reikende strekking te geven, bv. door den ruil bij
een 300 tal te bepalen? Na jaren zou dit wellicht dan verder
uitgestrekt kunnen worden, wanneer in verband daarmede te
treffen maatregelen de nadeelige gevolgen eerst uit den weg ge
ruimd zouden hebben. Is het waar, zooals ik aanstipte, dat de
moeilijkheden der werving in Nederland mede hebben gesproken
om den maatregel in 't groot door te voeren, dan is dit niet te
verwonderen. Als een vrijwilliger te kiezen heeft tusschen ƒ180
handgeld bij dienstneming bij de Rijders of de Huzaren in Ne
derland eenerzijds, dan wel 200 bij aanwerving als Koloniaal
naar den verren Oost anderzijds, dan werken tal van redenen
mee om hem het eerste te doen verkiezen, ja, dan vind ik't te
verwonderen, dat de werving voor Indië nog zoovelen aantrekt.
Wil de regeering de aanvulling van het Indische leger verze
keren, dan zal 't handgeld verhoogd moeten worden. Dit zal geld
kosten. Zeker, maar de verwijdering van een groot aantal Eu
ropeanen uit de garnizoensinfanterie zal naast de besparing, die
de M. v. T. daarin ziet, ook een schadepost van beteekenis op
leveren. De Europeesche militair toch die 't oorlogsterrein ver-