324 Jaat, uitgeput of sukkelend, zal niet meer bij de garnizoensin fanterie op zijn verhaal kunnen komen, hij zal daartoe naar een der gezondheidsetablissementen moeten gaan, waar hij veel kost en niets presteert, totdat hij weer ten volle geschikt is voor den dienst bij een veldbataljon, of totdat hij naar Nederland wordt gezonden (Koloniale Reserve of afgekeurd). Die vermeerdering- van nietsdoende reconvalescenten zal zeer duur zijn. En daar men nu eenmaal bezuinigen wil, is te vreezen, dat, om de hooge kosten te vermijden, niet-geheel-herstelden bij de veldbataljons ingedeeld zullen worden, want elders is voor de Europeanen in 't leger geen plaats meer. Ook dat kan meewerken om de gevechtswaarde van het leger te schaden. Daarom komt 't mij voor dat de waarheid ook hier in 't midden ligt. Zonder in de overdrijving te vervallen die aan de garnizoensinfanterie den bijnaam van zeere-beenen-bataljons bezorgd heeft, kan een ge deelte dier afdeelingen die Europeesche militairen blijven op nemen, welke, na te velde geweest te zijn en zoo noodig in een herstellingsoord rust genoten te hebben, slechts wat tijd noodig hebben om geheel op te knappen. Daardoor zou, naar ik meen, de zuinigheid de wijsheid beter dienen, dan door het Europeesch element in het leger meer te verzwakken dan, èn met het oog op een mogelijken strijd tegen een buitenlandschen vijand, èn ten behoeve van behoorlijke kadervorming voor het geheele leger te verantwoorden is. Ook bij andere gedeelten der formatie-wijziging valt zware scha duw naast het door de M. v. T. aangeduide licht. Zoo, waar zij betoogt dat door de indeeling van Europeesche korporaals bij de Inlandsche compagnieën „beter zal kunnen worden voorzien in de aanvulling van het Europeesche onderofficierskader der infan terie in het algemeen". Zeker, als men die korporaals niet in de formatie opgenomen had, zou nog minder goed in de aanvul ling van hooger kader voorzien kunnen worden, ook zullen de onderofficieren door dien maatregel in bruikbaarheid bij de In landsche troepen winnen, maar aangezien, zooals ik boven aan gaf, de Europeesche infanterie op slot van rekening met 62 kor poraals en 878 fuseliers verarmt, werkt de formatie-wijziging niet mee tot gemakkelijker voorziening in de aanvulling van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 336