335
zij bij Djambi gevoegd blijven, eene beslissing ten aanzien van de Batang
Hari districten, benevens Kota besar, Soengei Koenit en Talao werd nog
niet genomen. Komen deze onder Sumatra's Westkust, zoo ligt het voor
de hand aldaar een afdeeling uit dat gewest te legeren, waardoor de thans
Kota Baroe bezet houdende compagnie van het 2e Bataljon naar Java
kan terugkeeren. Intusschen is de toestand in deze streken zoo verbe
terd, dat de naar Bidar Alam gezonden brigades weder konden terug
keeren naar Padang Pandjang (18 December).
Eveneens konden de naar Kwantan gezonden brigades huiswaarts kee-
ren, terwijl eenigen tijd later ook de andere tot Sumatra s Westkust be-
hoorende afdeelingen niet meer noodig bleken, en derhalve naar hunne
garnizoenen marcheerden, daarbij nog eenige niet of weinig bezochte
streken doorpatrouilleerende. De bezetting van Sidjoendjoeng had, in
verband met de onderwerping van de Rantau Kwantan en aangrenzende
landschappen, geen reden van bestaan meer.
Ixi Kwantan zelf blijft, met Taloek als standplaats, voorloopig
een tachtig man uit Tandjoeng Pinang achter, hetgeen duidt op een
aanhechting van die landstreek aan de residentie Riouw en onderhoo-
righeden.
Tusschen de Rantau Kwantan en de van de Residentie Padangsche
Bovenlanden Oostwaarts uitspringende afdeeling L Kota liggen nog uit
gestrekte, arm bevolkte terreinen, behoorende tot het stroomgebied van de
Kampar Iiiri, doorstroomd door diens rechter zijtakken en in het Oosten
grenzende aan Palalawan en Siak. Deze streken, bekend onder den ver
zamelnaam Kampar Kiri-landen, ook wel, naar het overheerschende rijkje,
Goenoeng Sahilan genoemd, werd op vreedzame wijze, op verzoek van de
betreffende vorsten, ingelijfd, zooals reeds eerder geschiedde met de ten
N. van de L Kota gelegen Rokan-streken. Yoor het geval militair op
treden in deze buurten noodig mocht blijken, is de bezetting van Bang-
kinang daarvoor als het ware aangewezen.
Behalve ter waarneming en afsluiting (overgaande in inlijving) van de
Kwantan districten, traden afdeelingen van de ter Sum. AVestkust gelegerde
troepen ook nog in de Bataklanden op.
Half Januari 1905 toog uit Taroetoeng een detachement van 100 bajo
netten naar Si Manoelang, ten einde het hoofd dier streek, Ompoe ni
Hoboel, tot rede te brengen, wijl hij een ons onderworpen hoofd en nog
een Batak gedood had en zich gereed maakte een strooptocht in het
Paranjinansche te ondernemen.
Den 17en Januari bereikte dat detachement de woonplaats van Ompoe
ni Hoboel, Hoeta Madidi, waar het zich een bivak inrichtte als uitgangs
punt voor patrouilles ter opsporing van het kwaadwillige hoofd, dat gevlucht
was, nadat hem de eischen van het gouvernement waren kenbaar gemaakt.