351 aanneem als viermaal zoo groot als in het Schietvo or schrift voor het enkele geweer aangenomen". Wanneer zulks juist is en een proef zou het spoedig uit wijzen dan moeten de tusschenruimten minstens zoo groot zijn als de spreiding op den afstand van het tirailleurvuur (om de verliezen te verminderen); in geen geval mogen ze echter grooter zijn (teneinde zooveel mogelijk geweren in te kunnen zetten). In verband hiermede moeten de tusschenruimten in de tirail leurlinie mèt de afstanden veranderen, en de tirailleurliniën kun nen en moeten dichter worden, hoe meer men den vijand nadert. Uitvoerig wordt in genoemd artikel aangegeven, hoe men zich denkt om bij vredesproefnemingen het voorgaande vrijwel on feilbaar vast te stellen. Het zou ons echter te ver voeren, deze proeven hier in haar geheel weer te geven. 4e. In No. 94 wordt het voorgaande artikel besproken en kan de schrijver zich niet met de daarin verkondigde denkbeelden ver eenigen; hij vermeent, dat nog evenals vroeger ijle tirailleurliniën moeten worden aangewend bij de inleiding, doch dat dichte tirail leurliniën noodig zijn om den strijd tot eene beslissing te brengen. 5e. In No. 110 bespreekt generaal Rohne het eerstgenoemde artikel (No. 86) en zegt, dat hij het bijna in alle opzichten eens is met den schrijver van No. 94. De generaal begint met te betoogen, dat het voorbeeld in No. 86 aangehaald, geen bewijs kracht heeft en vervolgt dan: „Het beste, wellicht het eenige middel, zich een, der waarheid nabijkomende voorstelling te ma ken van de vuuruitwerking in het gevecht, is het „Kampf- schieszen", beschreven in No. 60/61 1901 van het M'.W., en dat met de beste resultaten in Frankrijk, Rusland, Zwitserland en Oostenrijk werd toegepast". Zooals bekend, bestaat het daarin, dat twee naast elkaar op gestelde afdeelingen A en B tegenover twee door valschijven voorgestelde doelen en a worden opgesteld, die in alles over eenkomen met de schietende afdeelingen B en A. Zoodra in het doel b een schijf valt, wordt in deafdeelingR een man buiten gevecht gesteld, hetzelfde gebeurt bij afdeeling A. „Reeds in bedoeld artikel", vervolgt de schrijver, „wees ik er op,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 363