852 dat men door zoodanig gevechtsschieten de mëerwaardigheid van dichte tirailleurliniën bij gelijke frontbreedte bewijzen kan. Dezen zomer woonde ik meer dergelijke schietoefeningen bij, gehouden met het doel den invloed der tusschenruimten en frontbreedten op de vuuruitwerking na te gaan. Een keer traden twee even sterke tirailleurliniën, doch met verschillende frontbreedte tegen elkander op; de schutters waren aan beide zijden even goed, de vizieren overeenkomstig den afstand (600 M.) gesteld, het vuur werd tegelijkertijd geopend en gestaakt. De tirailleurlinie met kleine tusschenruimten delfde hierbij het onderspit. Daarna schoten twee tirailleurliniën van verschillende sterkte, doch gelijke frontbreedte op elkaarhierbij legde de linie met de grootste tusschenruimten het af. De meerma len herhaalde proef bevestigde steeds de theoretische stelling. Hier zij nog opgemerkt, dat het vallen van de kleine kopdoe- len van uit de vurende afdeelingen duidelijk waargenomen kon worden." De schrijver besluit zijn artikel met de opmerking, dat slechts de oogenblikkelijke toestand kan doen beslissen of dichte dan wel ijle tirailleurliniën te verkiezen zijn. Hij geeft bij voor- posten- of voorhoedegevechten de voorkeur aan groote tusschen ruimten, opdat het eigen front, zoo mogelijk, uitgestrekter zij dan het vijandelijk. De grens van de breedteontwikkeling wordt gesteld door de moeilijkheid der vuurleiding bij te groote ontwikkeling en hangt eveneens af van de hoedanigheid van den troep. Waar daarentegen, zooals steeds in het beslissingsgevecht, de frontbreedte beperkt is, moet deze met zooveel mogelijk gewe ren bezet worden om groote vuuruitwerking te verkrijgen. Hier wordt de dichtheid bepaald door het feit, dat de schut ters elkaar niet mogen hinderen in het gebruik van hun wapen. Het antwoord op de vraagdichte of ijle tirailleurliniën moet dus luiden: dichte en ijle tirailleurliniën, doch afhankelijk van omstandigheden". 6e. In „Zur Frage des Infanterieangriffs" (no. 132) wordt me degedeeld op welke wijze deze kwestie in het Italiaansche leger wordt behandeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 364