353 De aanval, wordt daar in drie phasen onderscheiden opmarsch, ontwikkeling tot het gevecht en beslissing. De eerste phase omvat de ontwikkeling van het gros onder bescherming dei- voorhoede en der artillerie, den overgang van den marschvorm in het breede gevechtsfront, de groepeering der troepen, buiten het artillerievuur. De tweede phase duurt van het einde van den opmarsch tot het oogenblik, dat de troep onder het werkzame infanterievuur komt. Gedurende deze phase moeten de troepen zoo goed mo gelijk gedekt en ongezien een vuurstelling op korten afstand van den verdediger trachten te bereiken. Moeten open terreingedeel ten overschreden worden, dan wordt het eerst halt gehouden om het vijandelijk vuur te beantwoorden en te verzwakken. In deze phase kunnen reeds beslissende aanvallen van kleinere afdeelingen plaats vinden om bezit te nemen van voorgeschoven stellingen. De instructie houdt zich verder hoofdzakelijk bezig met de gewichtige derde phase, het beslissingsgevecht. De frontaanval zegt zij geeft zelden de beslissing, zoo hij niet ondersteund wordt door een aanval op een of op beide flan ken; hij heeft dikwijls ten doel de opmerkzaamheid van den vijand af te leiden. Bij gunstig terrein kan de frontaanval echter in den hoofdaanval overgaan, doch zal steeds moeilijk blijven. De sterkte der tirailleurliniën hangt, tot op de grens tusschen de tweede en derde phase (800 M.), af van omstandigheden; bij het begin der derde phase moet, om vuuruitwerking te verkrijgen, de tirailleurlinie zoo dicht mogelijk zijn 1 pas per man en voor het bataljon (800 man) 450 tot 500 M. frontbreedte De aanvaller kan slechts in twee gevallen het vuuroverwicht verkrijgen le wanneer hij bij een uitspringende hoek of op de flank der vijandelijke stelling een omvattenden aanval kan doen met een grooter aantal geweren dan de verdediger; of, 2e wanneer het terrein toelaat meerdere vuurliniën achter elk ander (étagevuur) te formeeren. Over het algemeen ondervindt de aanval gedurende de halten geen moeilijkheden; het voorwaartsgaan levert de grootste be zwaren en hierbij moet vooral rekening worden gehouden met het terrein, waarvan de instructie vier typen onderscheidt:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 365