- 358 door langdurigen dienst verkregen, totdat het mislukken van den frontaanval hem overtuigt van de moeilijkheid daaraan over een open vlakte verhonden. Een opmarsch gedurende den nacht, zoo mogelijk gepaard gaande met verrassing bleek gewenschter. Het was echter bovendien noodig geweest de algemeene en de artillerieverkenningen grondiger te verrichten. Eene verken ning om de vijandelijke vleugels middels sterke bereden afdee- lingen was te verkiezen boven een zuiver frontale verkenning. Aan de verkenningspatrouilles hadden artillerieofficieren toe gevoegd moeten worden. De uitwerking van het voorbereidende artillerievuur was niet door vlaggenseinen aan de vuurleiders bekend gemaakt. De artilleriedekking schijnt 's avonds terug genomen te zijn, wat met het oog op den nachtelijken opmarsch te betreuren is geweest. De geschiedenis heeft hier geleerd, dat een af deeling, die een nachtelijken aanval doet en zich neerwerpt, direct na het ont vangen van vuur, alleen door het inzetten van nieuwe krachten voorwaarts is te brengen. Wil een nachtelijke aanval kans van slagen hebben, dan moet hij zoodanig plaats hebben, dat bij aanraking met den vijand ontwikkeling op de eenvoudigste en snelste wijze mogelijk is. Doelmatig schijnt het hiertoe den troep in meerdere colonnes naast elkaar te laten marcheeren. Bovendien moeten de menschen zoo frisch mogelijk in het gevecht worden gebracht (o. m. warm eten vóór den afmarsch). In dit gevecht werd de aanvaller verrast. Niet alle aanvoer ders schijnen toen doordrongen te zijn geweest van de waarheid, dat vastbesloten stormen het beste was, wat gedaan kon worden; dat de commandant der aanvalstroepen juist op dat oogenblik sneuvelde en zijn opvolger niet bij de hand was, heeft mede bijgedragen tot de mislukking. Uit de door de Engelschen geleden verliezen laten zich geen ge volgtrekkingen maken voor de kansen van aanvaller en verdediger. Bij den aanval toch zien we een vrijwel planloos voorwaarts gaan zonder eenhoofdige leiding, droppelsgewijze inzetten van een deel der beschikbare krachten, geen diepteopstelling, geen reserven, nergens den vasten wil het doel te bereiken. Zonder

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 370