360
Beter bleek het, om 's morgens in de vroegte te marcheeren en
achter elkander 22*/2 K. M. af te leggen.
Het verlies aan paarden was belangrijk en dit als gevolg van
gebrek aan voedsel en water, slechte verpleging en discipline op
marsch na een lang transport, ook over zee, en den invloed van
het vreemde klimaat, doch ook ten gevolge der vele nachtmar-
schen, waarbij de verkenningen veelal hoogst onvoldoende resul
taten afwierpen. De nadering van den vijand werd zelden tijdig
waargenomende voeling ging bijna altijd weer verloren. Be
richten kwamen bijna altijd te laat.
Het oriënteeren bleek moeilijk, vooral voor patrouilles uitge
zonden op grooten afstand (z. g. strategische patiouilles). zelden
werd tijdig een grondige verkenning uitgevoerd. Hiervoor be
hoeft men naar achteren sterker wordende ondersteuningsaf-
deelingen en daar vóór talrijke officierspatrouilles.
Als regel zal het gevecht te voet dan ten slotte onvermijde
lijk blijken.
Vermeend wordt, dat de Engelsche leiding te ver ging in ge
heimhouding.
Het niet ingrijpen van onderbevelhebbers, daar waar dit be
slist noodig was, was hiervan het gevolg. Cronjé kon o.a. hierdoor
ongehinderd tot Paardenberg terugtrekken.
Omtrent het gevecht bij Paardenberg het volgende: het plan
van Kitchener, om spoedig een beslissing te zoeken, was juist;
de voorbereiding liet echter te wenschen over wat betreft
verkenningen, op sterkte brengen der aanvalstroepen, kiachtig
artillerievuur onder éénhoofdige leiding, opmarsch dei tioepen
bij nacht, gelijktijdigen aanval der divisiën.
Bovendien bracht Kitchener zelf de achtereenvolgens aanko
mende troepen (bataljons) in het gevecht, waardoor de brigade-en
divisiecommandanten passief blevenhieronder leed het initiatief.
Volgens zijn eigen beweren ontbrak het Kitchener (en ook de
meeste Engelsche generaals) aan oefening in het leiden van groote
troepenverbanden.
Dat alle aanvallen der Engelschen mislukten, was veelal een
gevolg van overijling. Nooit werd de tijd genomen om naai
vuuroverwicht te streven. Ondanks de overeenkomst tusschen
het Engelsche exercitiereglement en dat der groote Europeesche