362 Het kruipend terreinwinnen ging vrij snel en kostte weinig verliezen, vooral als het door twee man om beurten geschied de. Op deze wijze won de tirailleurlinie voortdurend terrein en was de helft steeds tot vuren gereed. Op den verdediger maakte deze voorwaartsche beweging veelal een ontmoedigenden indruk. Eigenaardig is het, dat de Engelschen bij Paardenberg in den nacht van 18/19 teruggingen, nadat zij den 18en, overdag, ten koste van veel verliezen vrij dicht genaderd waren. Gedeeltelijk was dit een gevolg van uitputting en moedeloos: heid der troepen; zij meenden, dat een frontaanval onmogelijk was over open terrein. Deze opvatting bleef echter niet tot Z.-Afrika beperkt, spoedig bleek zij ook in Europa veel aanhangers te vinden. Wat aangaat de kans van Cronjé om zich een doortocht te banen, terwijl de Wet in het bezit was van Kitchenerskopje, deze was groot. De Wet had echter krachtiger moeten optre den en de 6p divisie, die met de Boeren in gevecht was, in den rug moeten aanvallen. Alvorens de „Betrachtungen" verder te volgen, dient eerst het gevecht bij Driefontein, het leerrijkste uit den geheelen oorlog, beschouwd te worden (plaat 1. 2. 3). De eerste dagen na de overgave van Cronjé werden besteed om mensch en dier op krachten te brengen, en de troepenin- deeling opnieuw te regelen. (Totale sterkte 30000 man en 116 vuurmonden). Op het bericht der cavalerie, dat de hoogten ten W. van Poplargrove door de Boeren sterk bezet waren, deed Lord Roberts den 5en Maart zelf eene verkenning, waarbij hem bleek, dat de Boeren opgesteld waren als aangegeven op plaat 2. Hun sterkte werd op 14000 man geschat (bedroeg 7000 man, 8 vuurmonden). Het plan voor den 7en werd daarop bekend gemaakt, hetgeen luidde: „de cavaleriedivisie, bereden infanterie en zeven rijdende batterijen, zullen den terugtocht der Boeren bedreigen, waartoe deze troepen in een groote boog den linker Boerenvleugel zul len omtrekken. De overige troepen zullen optreden als op plaat 2 aangegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 374