369 lerievuur gesteund, doch zoodra de eigen infanterie de korte afstanden bereikte, werd het vuren gestaakt, uit vrees haar te treffen. De infanterie ondernam den aanval tegen bijna ongeschokte verdedigers. Lord Roberts gaf later als zijne meening te kennen, dat aan voerders en minderen volstrekt onvoorbereid waren voor een dergelijken strijd. Dat het infanteriegevecht door de vuuruit- werking beslist wordt, was nog niet voldoende in het leger doorgedrongen. „In unrichtigen Yorstellungen befangen und durch die Friedenschule gewohnt, den Erfolg des Kampfes vor allem in starrer Befolgung aüszerer Form en zu er blieken, ver- kannte man daher jetzt auch die wahre tieferliegende Ursa- che der Miszerfolge und machte die Uberlegenheit der feindlichen Waffen und die Uuzulauglichkeit der angewendeten Kampfes- formen für das Unglück verantwortlich. Man nahm deshalb auch jetzt vor allem zu neuen Formen seine Zuflucht." Zeer zeker was het streven gerechtvaardigd, zoodanige vor men te kiezen, dat de troep voor onnoodige verliezen bewaard bleef; bij dit streven moest echter op den voorgrond staan, dat de eigen vuuruitwerking zoo groot mogelijk was. Toen, trots de nieuwe strijdvormen, de Engelsche aanvallen mislukten, twijfelde men aan de mogelijkheid van den frontaan- val over open terrein. Uit vrees voor verliezen trad de manoeuvre in de plaats van het gevecht. Doch men vergat, dat zonder krachtigen frontaanval eene om vatting niet beslissend werken kan en dat een flankaanval slechts waarde heeft, als de verdediger in front vastgehouden wordt. Roe krachtiger de frontaanval, hoe minder krachten beschik baar zijn om den flankaanval af te slaan. De verliezen werden niet geringer door dit manoeuvreeren. Integendeel het verlengde den duur van den oorlog en kostte daardoor talrijke offers door ziekte enz. In het laatste jaar van den oorlog waren de gevechtsverliezen I maal grooter dan in vorige jaren. Het doel is en blijft de vernietiging der levende strijdkrachten, zoowel bij een oorlog tusschen groote cultuur- staten als bij koloniale expeditiën.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 381