375 Waar cavalerie en artillerie slechts weinig ervaring konden opdoen, was de infanterie daartoe des te beter in de gelegenheid. Doch deze ervaringen zijn niet onvoorwaardelijk aan te nemen. Het zou verkeerd zijn de geringe verliezen als maatstaf voor Europeesche oorlogen te beschouwen. De Engelsche infanterie heeft zoo goed als niets van artillerievuur en weinig van goed geleid infanterievuur te lijden gehad. Alle pogingen om aanvallen overijld of naar een bepaald schema door te voeren mislukten. „Weitgehendste Individualisering ist hier am Platze," zegt de schrijver en vervolgt: „het blijft een der moeilijkste zaken deze in overeenstemming te brengen met de wenschelijkheid van afzonderlijke aanvallen af te zien, om een algemeenen aanval mogelijk te maken. Hier is de grens tusschen hetgeen een reglement voorschrijven kan en wat mid dels de taktiek gedaan moet worden." (Slot volgt.) v. d. B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 387