- 379
marschweg verwijderde punten en 't nauwkeurig doorzoeken
van het terrein veelal niet te rijmen was met den eisch „zor
gen dat de hoofdmacht regelmatig kan doormarcheeren".
Bij staking van den marsch ligt 't voor de hand, dat de af-
deelingen, dio het meest vooruit zijn, met den voorpostendienst
worden belast.
Is het echter een terugtochtsmarsch, dan late men op een ge-
wenscht punt door afdeelingen vóór in de hoofdmacht voorposten
uitzettenonderwijl marcheert dan de colonne door en komt alzoo
voorhij die voorpostenafdeeling. De achterhoede wordt dus niet
op voorposten geplaatst (p. 103 2e alinea).
P. 104 vermeldt de taak der voorpostenzij komt overeen
met de taak van eene voorhoede. Het onder le genoemd wor
dende, zal alleen dan tot hare taak gaan behooren, of als er
geen voldoende cavalerie van den algemeenen commandant voor
uit is, of nadat deze cav. alg. comm. door vijandelijke cavalerie
uit dat voorterrein verdreven is.
Is er voldoende cav. alg. comm. vooruit, dan verricht de voor-
postencavalerie geen verkenningsdienst, dan beveiligt zij de in
fanterie der voorposten door zich op hare flanken en voor haar
front op te stellen.
De infanterie kan dan rusten, totdat bij 't stuiten van vijandelij -
ke cavalerie op de voorpostencavalerie, zij zelve voor de afsluiting
van het terrein moet gaan zorgen.
De taak ad 3e wordt voornamelijk vervuld door de voorposten
cavalerie; 't beletten der waarneming is een deel van den veilig
heidsdienst (niet van den verkenningsdienst).
De taak ad 2e wordt vervuld door afdeelingen infanterie, ge
plaatst tusschen de rustende hoofdmacht en den vijand, die, als
de rustende afdeeling meerdere dagen ter plaatse blijft, volgens
den L. B. V. worden opgesteld als volgt: een gros, daarvoor
voorpostendetachementen en daar voor veldwachten.
Bij een oprukken des vijands wordt dan weerstand geboden
door voorpostendetachementen en gros (p. 105).
P. 106 wijst er op, dat de vorm der opstelling van verschil
lende omstandigheden afhankelijk is, o. a. van de wijze, waarop
de cavalerie den verkenningsdienst verricht.
In den bewegingsoorlog zullen dagenlange rusten weinig voor-
I- M. T. 1906.
26