382
men cleze echelonneering gewenseht acht, dan plaatse men die
veldwachten in de lijn van weerstand met opdracht den boven
bedoelden weerstand te bieden.
Is er geen of onvoldoende cavalerie vooruitdan dient de infan
terie ook tot waarnemingWaar nu die waarnemende afdeelingen
te plaatsen? In of vóór de lijn van weerstand?
Men vrage zich nu 't volgende af.
a. Van welke lijn wenscht de alg. comm. voortdurend te
weten of de vijand (en met welke krachten) haar bereikt heeft
Is eenmaal deze lijn bekend, dan zal kort daarachter de lijn
der veldwachten, die door middel van patrouilles en posten
moeten waarnemen, moeten gelegen zijn. Noemen wij den
afstand van de overschrijdingslijn tot de hoofdmacht Y.
b. Tusschen welke punten in die overschrijdingslijn wenscht
hij dat ad a genoemde overschrijden te weten;
m. a. w. hoe breed wordt de voorpostenopstelling?
c. In welke lijn ligt de lijn van weerstand (zie voren, Z).
De laatste lijn is afhankelijk van verschillende factoren; zij
moet zoover van de hoofdmacht af liggen, dat deze vrijheid van
handelen behoudt en niet verder, want dan loopt men kans,
dat de veiligheidstroepen op de hoofdmacht worden terugge
worpen of afzonderlijk worden geslagen.
't Is gewenscht, dat voor de vervulling van den voorposten-
dienst en in 't bijzonder voor den dienst der veldwachten een
zoo gering mogelijk aantal troepen wordt bestemd; daartoe is
het noodig, dat het in te nemen front zoo klein mogelijk isdit
front wordt bepaald door den eisch ad. b. Hoe korter de afstand
tusschen die punten, des te kleiner de boog der veldwachten.
Deze afstand X houdt echter verband met den afstand Y.
Hoe grooter Y, des^ te grooter de waar te nemen boog X, hoe
kleiner Y, des te kleiner X, dus te minder veldwachten. Hoe
kleiner Y, des te meer nadert Y tot Z en dus des te dichter
liggen de veldwachten bij de lijn van weerstand.
De conclusie is, dat als 't kan in verband met de grootheid
Y, men ter besparing van krachten de lijn der veldwachten in
de lijn van weerstand legge.
Is in een of anderen toestand Y veel grooter dan Z, dan lig
gen dus de veldwachten persé vóór de lijn van weerstand; zij die-