384 ook den acht doorgebracht. De veiligheidscavalerie is op de flank (en). De in te nemen opstelling der voorposten wordt in hoofd trekken in het legeringsbevel vermeld of aangegeven door den voorhoedecomm. (p. 110). In beginsel geve men men slechts aan, hoe lang men wenscht, dat de vijand worde opgehouden en bovendien de voren genoemde overschrijdingslijn X. Vorm, lijn van weerstand, gebruik voorposten-cav plaatsen der afdeelingen worde overgelaten aan den voorpostencommdt. P. 112. Spreekt over den afstand van gros tot hoofdmacht; deze afstand doet minder ter zake, de belangrijke afstanden zijn hoofdmacht lijn van weerstand en lijn van weerstand gros. De voorpostencommdt. en de artilleriecommdt., bij hem inge deeld, zoeken in of kort achter de lijn van weerstand verschillende artilleriestellingen uit, die zooveel mogelijk verbeterd worden, (opruimingen, toegangswegen, bruggetjes). De 3e alinea van p. 112 en de le alinea van p. 113 doen weer uitkomen de noodzakelijkheid van de toevoeging van be reden ordonnansen aan infanterie-afdeelingen. De 4e alinea van p. 112 zegt, dat voorpostendetachementen geplaatst worden op punten geschikt voor verdediging. Dit is alleen noodig, als daar de lijn van weerstand is, anders komt hunne plaats er niet op aan, mits slechts dicht bij de veldwachten. Ligt de lijn van weerstand in de lijn der veldwachten, dan moeten deze op gunstige verdedigingspunten geplaatst worden. De in 't voorloopig V. V. voorkomende getallen voor de af standen tusschen de afdeelingen zijn in den L. B. Y. gelukkig weggelaten. Het gros of de voorpostendetachementen zorgen voor de ver kenning, als deze niet door cavalerie geschiedt (verkennings detachementen en -patrouilles van infanterie). Wat het veldwachtbevel aangaat, verdient het aanbeveling geen terugtochtsweg te noemen, als de veldwacht moet stand houden. In de voeding wordt het beste voorzien, door het eten bij de voorpostendetachementen te laten gereedmaken en bij de veld wachten te doen brengen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 396