398 hebben nog slechts één steunnok. Bij de andere stelsels wordt de terugstoot opgevangen door twee diametraal tegenover el kaar gelegen steunnokken. Alle geweren, behalve de oudere stelsels in Denemarken, Frankrijk en Portugal, hebben een pal om den grendel buiten werking te kunnen stellen. Wat de vizieren betreft, slaat men een nieuwe richting in, n. 1. inrichtingen, welke het doel zoo min mogelijk bedekken. Het Duitsche geweer heeft een boogklepvizier, waarop de deel strepen goed zichtbare cijfers hebben, zoodat de vizierstelling op een afstand is na te gaan. De vizierkeep is cirkelvormig uitgesneden, waardoor de schutter het doel kan blijven zien. De tegenwoordige vizieren bedekken het doel te veel. Bij sommige nieuwe geweren (Noorwegen, Zweden) nam men een samenstel van boogklep-en schuifvizier aan, waarbij een vizierblok met vizieropening langs de vizierklep kan uitgeschoven worden. Pogingen om de hulzen te vervormen om ze lichter te doen zijn, leidden tot nu toe tot geen practisch resultaat. De hulzen met groef zijn het lichtst, het gemakkelijkst te verpakken en nemen de minste plaats in. Hulzen met kraag zijn bij hooge spanningen minder aan vervormingen onderhevig dan hulzen met groef. Bij die laatste hulzen kunnen echter geen symetrische houders gebezigd worden, terwijl bij het vuren lichter storingen voorkomen, djordat de patroon te ver in de kamer schuift. Bij hulzen met kraag kunnen weigeringen voor komen, doordat de bovenste patroon met haar kraag achter die van de onderliggende grijpt, waardoor bij het weder sluiten van den grendel die patroon niet in de kamer geschoven kan worden. In Japan wordt de kraag van de huls daarom zoo klein moge lijk genomen, waardoor dit euvel bijna niet voorkomt. Een handvuurwapen mag geen blanke deelen bezitten, tot gemakkelijker onderhoud en om ze van verre niet zichtbaar te doen zijn. De niet afneembare deelen worden daarom gebronsd of gebruineerd; de deelen welke voor het onderhoud afgenomen moeten worden, zijn öf dof gemaakt, öf gebruineerd. Iedere wrijving van het projectiel in den loop geeft afwijkin gen en schaadt de juistheid van het schot. Metaalafzetting in de trekken moet voorkomen worden. Met het oog hierop

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1906 | | pagina 405