406
deden evenmin; de taf hield zich slecht in de warmte, het cel
luloid werd al spoedig minder doorzichtig en voor beide gold, dat
men slechts kleine stukken mocht gebruiken, wilde men de kaart
niet te onhandelbaar maken. Zoodoende stuitte men, en dit vooral
te paard, op moeilijkheden, indien men een ander gedeelte dei-
kaart dan het reeds van een overtrek voorziene, wilde gebruiken.
Bij regen bleek een dergelijke bescherming al spoedig geheel on
voldoende.
Toen kwam de Beiersche Ritmeester Freiherr von Weinbach
op een geheel nieuw denkbeeld; aan hem komt de eer toe de uit
vinder te zijn van de kaart,enloupe. Het denkbeeld daarvan,
nader uitgewerkt door Dr. Otto H. F. Vollbehr te Halensee bij
Berlijn, is thans belichaamd in de „mikrophotoskoop."
Bijgaande plaat doet ons dit toestel op de helft van de wer
kelijke grootte zien.
Dit toestel bestaat uit twee deelen, nl. het z.g. loupe-apparaat,
(fig. 1, a) ook wel dag-apparaat te noemen en het belichtingsap
paraat (fig. 1, dat in samenvoeging met het eerste gedeelte
het nacht-apparaat vormt.
Beide deelen kunnen door een wervel 11. (fig. 2—3) verbonden
worden.
Het uit elkaar nemen en in elkaar zetten geschiedt zeer ge
makkelijk.
Het voornaamste onderdeel van het loupe-apparaat is de loupe
7 (fig. 2, 3, 4.), die op een rechthoekig raam 5 bevestigd is.
Dit raam is zoowel in horizontalen als in vertikalen zin beweeg
baar, zoodat de daaraan bevestigde loupe boven elk punt van
het zich daaronder bevindende diapositief 8 (fig. 2 en 4) gebracht
kan worden 1).
Dit diapositief, dat om beschadigingen te voorkomen door twee
glasplaten, n. 1. de voorste van doorzichtig, de achterste van
matglas, beschermd wordt, stelt een zeer nauwkeurige photo-
graphische verkleining van een kaart voor. De afmetingen van
de glazen zijn ongeveer 5 c.m.
1) Een diapositief is een photographisch beeld op glas, dat tegen het licht gezien een
positief beold vertoont. In het bijzonder worden diapositieven gebruikt voor projectiën of
lichtbeelden.